Guido Hartensveld verwerft als coach van Team Distance Runners de faam die hij als atleet vergeefs n
13 December
Team Distance Runners
Posted by:
Datum: 11 december 2010
Bron: Marco Knippen (Noordhollands Dagblad)
Andermans talent laten ontbolsteren
Zijn eigen aanleg bleek ontoereikend. En dus nam Guido Hartensveld zich voor andermans talent te laten ontbolsteren. Met succes. Als coach van Team Distance Runners verwierf hij de faam die hij als atleet vergeefs najoeg.
Het is inmiddels een vertrouwd gegeven. Als zich een internationale titelstrijd aandient, kun je er prat op gaan dat Guido Hartensveld zich in de frontlinie begeeft. Zo ook zondag bij het Europees crosskampioenschap, waar hij twee ijzers in het vuur heeft.
Zijn aanwezigheid in het Portugese Albufeira vormt het illustratieve bewijs voor het bestaansrecht van het hardloopcollectief dat hij tien jaar geleden lanceerde. Team Distance Runners, in de volksmond TDR geheten, is anno 2010 uitgegroeid tot een begrip in de Nederlandse atletiek. Hartensveld geldt nog altijd als de drijvende kracht, al is hij niet langer de eenzame pionier van het eerste uur.
Het was destijds een keuze met het hart, de beslissing om voor een ongewis avontuur te kiezen. Hartensveld voelde zich in zijn ambities gedwarsboomd. Hij raakte gefrustreerd door het heersende conservatisme in zijn sport. Deze onvrede was de opmaat tot het formeren van een zelfstandige ploeg.
Liefst tien jaar had Hartensveld als trainer van AV Castricum tegen de stroom in geroeid. Hij vond het maar niks dat atleten zich zo'n beetje alle onderdelen eigen moesten maken. Zelf was hij voorstander van vroegtijdige specialisatie. Daarnaast wilde hij af van het verplichte lidmaatschap van de club waaraan hij verbonden was, aangezien dat een belemmerende factor kon zijn voor talentenbundeling. ,,Ik nam niemand iets kwalijk, maar vond dat het anders moest. Ik wilde me aan het vastgeroeste systeem ontworstelen.''
Hartensveld kon slechts op zijn bevlogenheid terugvallen. Er was aanvankelijk geen structuur, nauwelijks geld en lang niet altijd begrip voor zijn stap. Zelfs de Atletiekunie gedroeg zich wispelturig. ,,De status van TDR is wel zes keer veranderd. Het ene moment waren we een Regionaal Talent Trainingscentrum, het andere ogenblik niets.'' Het weerhield hem er niet van altijd zijn eigen plan te blijven trekken.
Vijf jaar lang schaafde hij aan het concept, kneedde en boetseerde hij zijn pupillen en investeerde hij. Dat laatste vooral. Want het vrijwillige bedrag van duizend gulden die zijn sporters jaarlijks stortten, dekte nauwelijks de kosten. ,,Het was sappelen. Ik woonde in een zomerhuisje, ging nooit op vakantie en moest elk dubbeltje omdraaien.'' Toch weigerde Hartensveld concessies te doen. Als hij voor de atletiek van huis was, schortte hij tijdelijk zijn werkzaamheden als fysiotherapeut op. Dan kon het zomaar voorkomen dat zijn inkomstenbron opdroogde, terwijl de huur voor zijn onderkomen en zijn praktijk wel opgehoest moest worden.
Het bracht hem niet in vertwijfeling. Hartensveld wilde van geen opgeven weten. Hij joeg zijn droom na, een droom waar hij op jonge leeftijd door bevangen was geraakt. Al in zijn tienerjaren kwam hij er achter dat training geven en coachen hem beter lag dan het hardlopen zelf. Op de 800 meter hikte Hartensveld tegen de barrière van twee minuten aan, terwijl zijn schema's bij anderen wel effect sorteerden. De kennis waarover hij beschikte, was het gevolg van zelfstudie. Eens in de twee maanden reisde Hartensveld naar Den Haag af, om zich in de sportbibliotheek in trainingslectuur onder te dompelen.
Maar niet alleen absorbeerde hij het geschreven woord. Als er ergens een congres met toonaangevende sprekers plaatshad, was hij present. Nog altijd stapt hij er zelfs het vliegtuig voor in, desnoods voor een dagretourtje. Zodat hij geen training hoeft te missen. ,,Er is een periode geweest dat ik oververmoeid was, vanwege de roofbouw die ik pleegde. Gek genoeg had dat niet z'n weerslag op de atletiek. Op de een of andere manier wist ik me daar altijd voor op te laden, vormde m'n passie een uitlaatklep.''
Desondanks belandde Hartensveld op een kruispunt. Juist op het moment dat de rek er uit leek, diende de redding zich aan. In 2005 wist hij twee grote sponsors te strikken, waardoor definitief de weg naar professionalisme kon worden ingeslagen. Tegenwoordig werkt hij met een vaste begeleidingsstaf, die uit (jeugd)trainers, een fysiotherapeut, sportarts, voedingsdeskundige, inspanningsfysioloog, mentale trainer en teammanager bestaat. Bovendien beschikt zijn organisatie over een eigen atletenhuis in Bakkum. En sinds afgelopen voorjaar is hij voltijd in dienst van de stichting. ,,Ik ben niet langer op mezelf aangewezen, kan terugvallen op de expertise van anderen, heb nu een klankbord. Dat heeft voor rust gezorgd.''
Het topsportprogramma heeft zijn vruchten afgeworpen. Bij het tweede lustrum staat de teller inmiddels op ruim tweehonderd veroverde medailles tijdens (inter)nationale kampioenschappen.
Op zowel de baan (middellange afstand), weg als de cross laten de TDR'ers zich van voren zien. Niet alleen bij de junioren, maar ook bij de senioren én zelfs de veteranen. Juist het succes in de breedte illustreert de lonende aanpak.
Het is ook wat Hartensveld beoogt: het individu moet binnen het collectief renderen. ,,Natuurlijk is er vaak sprake van een wankel evenwicht, stuit je op dilemma's. Topsport gaat immers met egoïsme gepaard. Maar het groepsproces bewaak ik scherp. Iedereen betaalt evenveel contributie, dus hebben ze allemaal recht op evenredige aandacht.''
Het leidt er bij Hartensveld, die zich nog voornamelijk met de toplaag bemoeit, niet toe dat de persoonlijkheidsontwikkeling uit het oog wordt verloren. ,,Wat voor de een werkt, wreekt zich bij de ander. Het is dus zaak dat je maatwerk biedt. Alleen: ik ben geen privétrainer of -coach. Niemand mag mij voor zichzelf claimen.'' Hij zou zo'n situatie trouwens ook niet willen. ,,Je wordt dan wel erg afhankelijk, loopt de kans een fan of tassendrager te worden.''
De nadelen die aan zo'n knieval kleven, zag hij vanaf de zijlijn. ,,M'n broer Thomas kwam in de Verenigde Staten in aanraking met Olga Poutchkova, een Russisch tennistalent dat door haar vader werd bijgestaan. In zijn drang om als meereizend coach zijn intrede op de WTA Tour te doen, maakte hij de fout ze in huis te nemen. Vanaf dat moment werd hij als voetveeg gebruikt. Ze plunderden niet alleen zijn koelkast, maar ontwrikten ook zijn sociale leven. Alles stond in het teken van zijn pupil, waarbij hij haar divagedrag voor lief moest nemen. En toen het op het sportieve vlak even tegenzat, werd hij net zo gemakkelijk gedumpt.''
Natuurlijk cijfert Guido Hartensveld zich in zekere zin ook voor zijn sporters weg. ,,Ik doe er alles aan om hun talent te verzilveren. Als dat betekent dat ik voor ze moet rennen, doe ik dat. En als ik geduld moet opbrengen ook. M'n principes verloochen ik echter nooit. Ik moet mezelf in de spiegel kunnen blijven aankijken.''
Zo zal hij zijn atleten nimmer betuttelen. ,,Als topsporter moet je zelfstandig zijn. Je moet keuzes durven maken en de consequenties van je handelwijze aanvaarden. Diepgravende gesprekken met je coach horen daar ook bij. Je moet weten wat je aan elkaar hebt en wat je van elkaar mag verwachten. Ruis op de lijn zorgt immers voor vertroebeling. Dat het in de evaluaties wel eens tot botsingen komt, is niet erg. Ik juich openhartigheid toe. Mits de confrontatie is bedoeld om er samen sterker uit te komen.''
Hartensveld heeft, zo geeft hij toe, wel eens moeite met de houding van de huidige generatie sporters. ,,Menigeen gedraagt zich als consument. Ze nemen liever dan dat ze geven. Ik spreek ze daar regelmatig op aan, probeer ze volwassenheid bij te brengen.''
Zo hanteert hij duidelijke basisregels. ,,Als je telkens te laat op de training komt, zeg ik na de derde keer: blijf voortaan maar weg. Of als iemand zijn logboek niet bijhoudt, krijgt-ie dat ook te horen. Gebrek aan discipline getuigt van luiheid, en die karaktertrek is in topsport vaak dodelijk.''
Waar Hartensveld eveneens voor waakt, is vervlakking. ,,De samenwerking moet sprankelen. En er moet een vertrouwensband zijn, eerlijkheid moet de boventoon voeren. Jezelf een rad voor ogen draaien, heeft geen zin. Je wordt toch verraden door je lichaamstaal. Ik prik er doorheen als iemand een wanna-be atleet is, als de uiterlijke schijn het wint van de wil om grenzen te verleggen. Je bestempelt jezelf dan als ongeschikt en raakt bij mij uit de gratie. Want topsport is nu eenmaal geen vrijetijdsverdrijf.''
Bron: Marco Knippen (Noordhollands Dagblad)
Andermans talent laten ontbolsteren
Zijn eigen aanleg bleek ontoereikend. En dus nam Guido Hartensveld zich voor andermans talent te laten ontbolsteren. Met succes. Als coach van Team Distance Runners verwierf hij de faam die hij als atleet vergeefs najoeg.
Het is inmiddels een vertrouwd gegeven. Als zich een internationale titelstrijd aandient, kun je er prat op gaan dat Guido Hartensveld zich in de frontlinie begeeft. Zo ook zondag bij het Europees crosskampioenschap, waar hij twee ijzers in het vuur heeft.
Zijn aanwezigheid in het Portugese Albufeira vormt het illustratieve bewijs voor het bestaansrecht van het hardloopcollectief dat hij tien jaar geleden lanceerde. Team Distance Runners, in de volksmond TDR geheten, is anno 2010 uitgegroeid tot een begrip in de Nederlandse atletiek. Hartensveld geldt nog altijd als de drijvende kracht, al is hij niet langer de eenzame pionier van het eerste uur.
Het was destijds een keuze met het hart, de beslissing om voor een ongewis avontuur te kiezen. Hartensveld voelde zich in zijn ambities gedwarsboomd. Hij raakte gefrustreerd door het heersende conservatisme in zijn sport. Deze onvrede was de opmaat tot het formeren van een zelfstandige ploeg.
Liefst tien jaar had Hartensveld als trainer van AV Castricum tegen de stroom in geroeid. Hij vond het maar niks dat atleten zich zo'n beetje alle onderdelen eigen moesten maken. Zelf was hij voorstander van vroegtijdige specialisatie. Daarnaast wilde hij af van het verplichte lidmaatschap van de club waaraan hij verbonden was, aangezien dat een belemmerende factor kon zijn voor talentenbundeling. ,,Ik nam niemand iets kwalijk, maar vond dat het anders moest. Ik wilde me aan het vastgeroeste systeem ontworstelen.''
Hartensveld kon slechts op zijn bevlogenheid terugvallen. Er was aanvankelijk geen structuur, nauwelijks geld en lang niet altijd begrip voor zijn stap. Zelfs de Atletiekunie gedroeg zich wispelturig. ,,De status van TDR is wel zes keer veranderd. Het ene moment waren we een Regionaal Talent Trainingscentrum, het andere ogenblik niets.'' Het weerhield hem er niet van altijd zijn eigen plan te blijven trekken.
Vijf jaar lang schaafde hij aan het concept, kneedde en boetseerde hij zijn pupillen en investeerde hij. Dat laatste vooral. Want het vrijwillige bedrag van duizend gulden die zijn sporters jaarlijks stortten, dekte nauwelijks de kosten. ,,Het was sappelen. Ik woonde in een zomerhuisje, ging nooit op vakantie en moest elk dubbeltje omdraaien.'' Toch weigerde Hartensveld concessies te doen. Als hij voor de atletiek van huis was, schortte hij tijdelijk zijn werkzaamheden als fysiotherapeut op. Dan kon het zomaar voorkomen dat zijn inkomstenbron opdroogde, terwijl de huur voor zijn onderkomen en zijn praktijk wel opgehoest moest worden.
Het bracht hem niet in vertwijfeling. Hartensveld wilde van geen opgeven weten. Hij joeg zijn droom na, een droom waar hij op jonge leeftijd door bevangen was geraakt. Al in zijn tienerjaren kwam hij er achter dat training geven en coachen hem beter lag dan het hardlopen zelf. Op de 800 meter hikte Hartensveld tegen de barrière van twee minuten aan, terwijl zijn schema's bij anderen wel effect sorteerden. De kennis waarover hij beschikte, was het gevolg van zelfstudie. Eens in de twee maanden reisde Hartensveld naar Den Haag af, om zich in de sportbibliotheek in trainingslectuur onder te dompelen.
Maar niet alleen absorbeerde hij het geschreven woord. Als er ergens een congres met toonaangevende sprekers plaatshad, was hij present. Nog altijd stapt hij er zelfs het vliegtuig voor in, desnoods voor een dagretourtje. Zodat hij geen training hoeft te missen. ,,Er is een periode geweest dat ik oververmoeid was, vanwege de roofbouw die ik pleegde. Gek genoeg had dat niet z'n weerslag op de atletiek. Op de een of andere manier wist ik me daar altijd voor op te laden, vormde m'n passie een uitlaatklep.''
Desondanks belandde Hartensveld op een kruispunt. Juist op het moment dat de rek er uit leek, diende de redding zich aan. In 2005 wist hij twee grote sponsors te strikken, waardoor definitief de weg naar professionalisme kon worden ingeslagen. Tegenwoordig werkt hij met een vaste begeleidingsstaf, die uit (jeugd)trainers, een fysiotherapeut, sportarts, voedingsdeskundige, inspanningsfysioloog, mentale trainer en teammanager bestaat. Bovendien beschikt zijn organisatie over een eigen atletenhuis in Bakkum. En sinds afgelopen voorjaar is hij voltijd in dienst van de stichting. ,,Ik ben niet langer op mezelf aangewezen, kan terugvallen op de expertise van anderen, heb nu een klankbord. Dat heeft voor rust gezorgd.''
Het topsportprogramma heeft zijn vruchten afgeworpen. Bij het tweede lustrum staat de teller inmiddels op ruim tweehonderd veroverde medailles tijdens (inter)nationale kampioenschappen.
Op zowel de baan (middellange afstand), weg als de cross laten de TDR'ers zich van voren zien. Niet alleen bij de junioren, maar ook bij de senioren én zelfs de veteranen. Juist het succes in de breedte illustreert de lonende aanpak.
Het is ook wat Hartensveld beoogt: het individu moet binnen het collectief renderen. ,,Natuurlijk is er vaak sprake van een wankel evenwicht, stuit je op dilemma's. Topsport gaat immers met egoïsme gepaard. Maar het groepsproces bewaak ik scherp. Iedereen betaalt evenveel contributie, dus hebben ze allemaal recht op evenredige aandacht.''
Het leidt er bij Hartensveld, die zich nog voornamelijk met de toplaag bemoeit, niet toe dat de persoonlijkheidsontwikkeling uit het oog wordt verloren. ,,Wat voor de een werkt, wreekt zich bij de ander. Het is dus zaak dat je maatwerk biedt. Alleen: ik ben geen privétrainer of -coach. Niemand mag mij voor zichzelf claimen.'' Hij zou zo'n situatie trouwens ook niet willen. ,,Je wordt dan wel erg afhankelijk, loopt de kans een fan of tassendrager te worden.''
De nadelen die aan zo'n knieval kleven, zag hij vanaf de zijlijn. ,,M'n broer Thomas kwam in de Verenigde Staten in aanraking met Olga Poutchkova, een Russisch tennistalent dat door haar vader werd bijgestaan. In zijn drang om als meereizend coach zijn intrede op de WTA Tour te doen, maakte hij de fout ze in huis te nemen. Vanaf dat moment werd hij als voetveeg gebruikt. Ze plunderden niet alleen zijn koelkast, maar ontwrikten ook zijn sociale leven. Alles stond in het teken van zijn pupil, waarbij hij haar divagedrag voor lief moest nemen. En toen het op het sportieve vlak even tegenzat, werd hij net zo gemakkelijk gedumpt.''
Natuurlijk cijfert Guido Hartensveld zich in zekere zin ook voor zijn sporters weg. ,,Ik doe er alles aan om hun talent te verzilveren. Als dat betekent dat ik voor ze moet rennen, doe ik dat. En als ik geduld moet opbrengen ook. M'n principes verloochen ik echter nooit. Ik moet mezelf in de spiegel kunnen blijven aankijken.''
Zo zal hij zijn atleten nimmer betuttelen. ,,Als topsporter moet je zelfstandig zijn. Je moet keuzes durven maken en de consequenties van je handelwijze aanvaarden. Diepgravende gesprekken met je coach horen daar ook bij. Je moet weten wat je aan elkaar hebt en wat je van elkaar mag verwachten. Ruis op de lijn zorgt immers voor vertroebeling. Dat het in de evaluaties wel eens tot botsingen komt, is niet erg. Ik juich openhartigheid toe. Mits de confrontatie is bedoeld om er samen sterker uit te komen.''
Hartensveld heeft, zo geeft hij toe, wel eens moeite met de houding van de huidige generatie sporters. ,,Menigeen gedraagt zich als consument. Ze nemen liever dan dat ze geven. Ik spreek ze daar regelmatig op aan, probeer ze volwassenheid bij te brengen.''
Zo hanteert hij duidelijke basisregels. ,,Als je telkens te laat op de training komt, zeg ik na de derde keer: blijf voortaan maar weg. Of als iemand zijn logboek niet bijhoudt, krijgt-ie dat ook te horen. Gebrek aan discipline getuigt van luiheid, en die karaktertrek is in topsport vaak dodelijk.''
Waar Hartensveld eveneens voor waakt, is vervlakking. ,,De samenwerking moet sprankelen. En er moet een vertrouwensband zijn, eerlijkheid moet de boventoon voeren. Jezelf een rad voor ogen draaien, heeft geen zin. Je wordt toch verraden door je lichaamstaal. Ik prik er doorheen als iemand een wanna-be atleet is, als de uiterlijke schijn het wint van de wil om grenzen te verleggen. Je bestempelt jezelf dan als ongeschikt en raakt bij mij uit de gratie. Want topsport is nu eenmaal geen vrijetijdsverdrijf.''