Coolsingel 9 april 2006
18 April
Team Distance Runners
Posted by:
Lang, lang, heel lang heb ik gedroomd van deze dag.
Lang heb ik er ook naar toe geleefd. Vrijdag voor de wedstrijd vroeg een journalist van het Noordhollands Dagblad wat ik ging doen na 9 april. “Na 9 april houdt het leven op”, zei ik voor de grap. Eigenlijk was het wel een beetje waar. Uiteraard wist ik wel wat ik maandag zou gaan doen en de rest van de week, maar toch voelde het een beetje zo.
In oktober neem je een besluit en vanaf dat moment staan alle trainingen en wedstrijden in het teken van die ene dag. Een jaar eerder was ik precies met hetzelfde idee begonnen, maar helaas moest ik toen vijf dagen voor “The Day” afzeggen met een kraakbeen irritatie in mijn knie. Als ik eerlijk ben, was ik er toen vooral mentaal nog niet klaar voor. De marathon is in alles geen kattenpis. 80% staat en valt met een goede en stabiele voorbereiding. Dat laatste was dit jaar veel beter, vooral omdat ik mentaal en emotioneel evenwichtiger ben geworden. Zes maanden toeleven naar één dag brengt heel wat bij jezelf te weeg. Mentale en emotionele stabiliteit, om kunnen gaan met tegenslagen is dus blijkbaar al een eerste voorwaarde om überhaupt in dat startvak te mogen staan en te genieten van Lee Touwers, de cirkelende TV-helikopters en drie rijen vol publiek op de Coolsingel.
De laatste dagen voor de marathon neemt de spanning toe. Uiteraard worden we bij TDR op mentaal gebied begeleid en zodoende heb ik geleerd om met wedstrijdspanning om te gaan. Ik heb geleerd dat deze spanning zorgt voor het toefje slagroom op de taart. Ik heb dat zelf al vaak mogen ervaren en 9 van de 10 keer sta ik er ook als het er echt om gaat. Toch is dat in de richting van een marathondebuut ook weer anders. In de laatste week heb je moeite om nog aan andere dingen te denken. Je bent voortdurend bezig met de marathon. Uiteindelijk bedacht ik me wel het gaat maar om één ding: de Coolsingel halen. Dat is mijn droom!
De wedstrijd zag ik vooraf als een groot avontuur en dat was het ook. Het begin was lastig, omdat je dan zoekende bent naar het goede groepje. Dit kwam ook doordat de vrouwen rustig waren gestart en mijn teamgenoot Christiaan de Lie gekozen had voor een snellere groep. Gelukkig kwam ik snel Ruben Scheurwater tegen. Na 7 kilometer vertelde Guido Hartensveld ons vanaf de fiets dat de vrouwen met ervaren haas, Oleg Otmakov, op komst waren en één kilometer later zaten we in een grote groep.
Drinken, zo was mij vooraf verteld, is tijdens de marathon een apart en belangrijk verhaal. Gelukkig hadden we ons goed voorbereid. Onze voedingskundige Peter Res heeft testen met ons gedaan, precies berekend hoeveel we moesten drinken, veel geoefend en er is zelfs tijdens een training een tafel opgemaakt met bidons. Maar toch, vooraf bedenk je niet dat er ook wel eens iemand voor een tafel kan staan, precies daar waar jouw bidon met versiersels en vlaggetje staat, dat je om diegene heen moet en daarna je hoofd stoot tegen de spijlen van de marktkraam en dat dit twee kilometer is voor de wedstrijd echt gaat beginnen…
De Erasmusbrug was het moment om echt te gaan versnellen. Guido had vooraf gezegd misschien bang te zijn dat ik niet hard genoeg zou durven te versnellen. Ik ben van nature toch wel een berekend persoon en bovendien hebben velen mij vooraf willen behoeden voor het algemeen bekende 35 kilometer punt. Halverwege de wedstrijd had ik al het een en ander afgesproken met Ruben, die zich ook fris voelde. Na 27 kilometer besloten we te gaan. Ook omdat ik ervan overtuigd was met zo’n relatief rustig begin, 3’30 per km, nog heel lang op mijn omslagpunt (3’15”) te kunnen lopen. De laatste 5 kilometer waren uiteraard enorm zwaar, maar sterke buitenlanders inhalen met een snelheid van 18km per uur geeft wel een kick.
De laatste 500 meter waren als een roes. Ik heb zoveel mogelijk proberen op te nemen van de vijf rijen dik publiek, waaronder totaal gek wordende ouders, en mijn moment in het finishvak. Het schijnt dat speaker Frans (ik heb geen idee welke van de twee) geschreeuwd heeft dat ik de bronzen medaillewinnaar was op het NK, maar pas toen Guido het vertelde begreep ik het enigszins.
Na de wedstrijd is er de huldiging, vervolgens de persconferentie met interviews en dan terug naar het hotel. Dan blijk je 25 smsjes te hebben, een mailbox met 50 emailtjes en krijg je 100den felicitaties. Echt geweldig voor een “gewone” atleet van 4.01 op de 1500 meter, 14.42 op de 5 kilometer en 67.14 op de halve marathon. Hieruit blijkt ook wel dat de marathon leeft in zowel hardlopend als niet- hardlopend Nederland en dat heb ik zelf mogen ervaren.
Jammer dat de Nederlandse kranten dan berichten over een zeer teleurstellend podium met een nummer twee van 2.17 en nummer drie van 2.25. Eigenlijk wel terecht, want ook ik realiseer me dat een verschil van 15 minuten tussen nummer 1 en 3 normaal gesproken alleen voorkomt in zogeheten B-sporten. De spoeling op marathon gebied is alleen erg dun. Blijkbaar is het nog zo eenvoudig niet om het proces van marathon te doorlopen en een 42 kilometer en 195 meter op topniveau neer te zetten.
Wat de oorzaak daarvan is, dat is een complex van factoren; sociaal, maatschappelijk, mentaal, traininingstechnisch etc. Maar dat is niet mijn probleem. Ik lever mijn bijdrage, zoals TDR in het algemeen een grote bijdrage levert aan de Nederlandse (weg)atletiek.
Langzamerhand onstaat ook binnen TDR een groep die echt kiest voor de marathon. De tijd wordt rijp voor een aantal om de Nederlandse (sup)top binnen te knokken. Hugo van den Broek heeft al 2.12 gelopen en is vastbesloten om terug te komen op niveau. Christiaan de Lie (29) begint zijn marathoncarrière in 2.26 en een 4e plaats op het NK. Ondergetekende (24) zit daar een minuutje en een plaatsje voor. Ronald Schröer heeft zijn debuut voor het najaar gepland. En de talentvolle Michel Butter droomt nu al over de Coolsingel. Hij zal over een aantal jaren een zelfde verhaal vertellen over zijn eerste marathon. Bij TDR ziet het er dus goed uit voor de toekomst.
Deze week ga ik nog even nagenieten van alle aandacht en herinneringen. Daarna ga ik samen met TDR voor twee weken op trainingsstage naar Monte Gordo. Ik zal daar in eerste instantie niet als atleet heengaan, maar als coach van het TDR regioplan (kweekvijver). Coaching is iets waar ik nu al veel voldoening uithaal en waar ik me in de verdere toekomst op wil richten. In Portugal heb ik verder mooi de tijd om samen met Guido plannen te maken. En zoals het er nu voorstaat zal ik zeker een najaarmarathon gaan lopen. Ik heb er nu al zin in!
Tot slot wil ik graag de mensen die dicht bij me staan bedanken. De Coolsingel halen was me zonder jullie echt niet gelukt!
Rens Dekkers - 17 april 2006