?Ik wil sowieso de beste worden?

10 May

Team Distance Runners

Posted by:

Bron: Atletiek Magazine, mei 2005, nr.2
Tekst: Cors van den Brink

Titel: ‘Ik wil sowieso de beste worden’

Ze mag dan geen Afrikaanse wortels hebben, iets van het harde leven op de hoogvlakte is te herkennen in de jeugdervaringen van de jonge Selma Borst. Het meisje uit de Noord-Hollandse polder fietste jarenlang dagelijks 28 kilometer naar school. Ze hielp vanzelfsprekend in het agrarische bedrijf van haar ouders. “Ik ben dankzij die opvoeding gewend aan discipline en hard weken en beschikte altijd al over een goede basisconditie.”
Ze wil presteren op de 10.000 meter tijdens de EK onder 23, straks in juli.

Wat gebeurt er toch allemaal met Selma Borst? In het eerste kwartaal van 2005 won ze drie medailles bij Nederlandse kampioenschappen en verbeterde ze haar p.r. op de halve marathon naar een prachtige 1.11.23. Bovendien kwalificeerde ze zich al voor de EK-onder-23. Is het dan moeilijk om bescheiden te blijven? Voor Selma niet. ‘Ik moet echt nog leren om potjes te winnen’, vindt ze.

Selma Borst vertelt over haar prestaties in de afgelopen maanden en zegt dat ze nog moet leren om potjes te winnen. Het duurt even tot de betekenis van die woorden tot de verslaggever doordringt. Maar dan beseft hij dat hij in gesprek is met een voormalig handbalster. Tien jaar beoefende ze een sport waarin ze iedere week haar wedstrijden moest zien te winnen. De nu 21-jarige atlete hield er een flinke en gezonde dosis fanatisme aan over. En dus het taalgebruik van die teamsport. Potjes winnen, dus.

Best op the rest. Bij de Halve van Egmond was ze dan wel beste Nederlandse, maar dat wel als vijfde in de wedstrijd. Een paar weken later bleef ze bij het NK 10 km in Schoorl vlak in de buurt van Lornah Kiplagat, maar ze verloor de tweestrijd. Ze liep een prachtig p.r. in de CPC, maar had vier andere atletes voor zich. En bij de NK 10.000 meter op de baan kwalificeerde ze zich - geheel volgens planning - voor de Europese kampioenschappen voor atleten onder de 23 - komende zomer in Erfurt. Maar ze ging het schip in tegen de meer ervaren Kristijna Loonen. Ze nam het initiatief bij de NK veldlopen, maar stond uiteindelijk niet op het podium.

Kom bij Selma niet aan met de opmerking dat ze nog zo jong is en bovendien geen Afrikaanse “roots” heeft. Ze toont zich een goede leerling van Lornah Kiplagat. Die merkte in Schoorl vol bewondering op dat ze in Borst eindelijk een Nederlandse tegenstandster aantrof die de moed heeft om onbegrensd te denken. ‘Dat klopt’, zegt Selma. ‘Ik train niet voor een plaatsje op het podium van Nederlandse kampioenschappen. En ik wil niet denken: als Lornah er niet is, ben ik de beste Nederlandse. Ik wil sowieso de beste worden. Mij gaat het erom goed te presteren op internationale toernooien. Voorlopig op de 10.000 meter op de baan, in de toekomst op de marathon.’

Kermislopen. ‘Ik ben geboren en opgegroeid in Wieringerwaard, samen met mijn drie broers. Mijn vader was een redelijk goed voetballer, net als twee broers. Mijn tweelingbroer heeft een tijd aan wielrennen gedaan. Studio Sport stond altijd aan bij ons thuis’, zegt ze.
‘Mijn ouders hebben een agrarisch bedrijf. Tegenwoordig vooral met tulpen en sierheesters, vroeger ook met akkerbouw. Ik speelde tien jaar handbal bij Olympia, een kleine vereniging bij ons in de buurt. Ik heb ook twee jaar geschaatst. Hardlopen was dan een onderdeel van de zomertraining en dat vond ik altijd het leukst. Ik deed ook wel mee aan de kermislopen bij ons in de regio en merkte dat ik redelijk goed mee kon. Op mijn 13e ben ik overgestapt naar de atletiek.’
‘Ik werd lid van de a.v. Dokev, die een grasbaan had in Anna Paulowna. Marcel Swart was er mijn trainer. Op die leeftijd doe je nog alle onderdelen, maar ik wilde eigenlijk alleen hardlopen en deed de rest er voor de leut bij. Een jaar later ben ik met Swart meegegaan naar Hera in Heerhugowaard en ging ik wat vaker trainen: zo’n drie of vier keer per week. Op mijn zestiende liep ik de 800 meter in 2.26 en de 1500 meter in 5.06.’

Afrikaanse wortels. Ruim vier jaar geleden besloot Borst te gaan trainen bij Team Distance Runners (TDR). In deze trainingsgroep van Guido Hartensveld komen talentvolle lopers van verschillende Noord-Hollandse verenigingen bij elkaar om intensief en met professionele begeleiding te werken aan hun atletiekcarrière. Swart is inmiddels een van de trainers van TDR.
‘Je denkt dat je goed bezig bent als je bij je vereniging redelijk succesvol bent. Maar toen ik bij TDR kwam, ontmoette ik atleten die al veel verder waren, zoals Hugo van den Broek en Suzanne Wiertsema. Dan zie je wat er nodig is om er echt uit te halen wat erin zit en hoeveel tijd dat kost. Een keer per dag trainen is niet genoeg. En naast het lopen zelf zijn loopscholing, buikspieroefeningen, krachttraining en regelmatig een massage heel belangrijk. Ik ben gelukkig niet blessuregevoelig, maar je moet wel zorgen dat dat zo blijft, bijvoorbeeld door voldoende rust te nemen en voor goede voeding te kiezen. Dat zijn allemaal dingen die je bij een gewone vereniging niet zo snel zult leren.’

Ze mag dan geen Afrikaanse wortels hebben, iets van het harde leven op de hoogvlakte is te herkennen in de jeugdervaringen van het meisje uit de Noord-Hollandse polder. ‘Toen ik op mijn 17e lid werd van TDR woonde ik nog thuis en fietste ik al jarenlang dagelijks 28 kilometer naar de middelbare school in Wieringerwerf. Helpen in het bedrijf van mijn ouders was bij ons vanzelfsprekend. En ’s zomers zat je natuurlijk bollen te pellen. Ik ben dankzij die opvoeding gewend aan discipline en hard werken en beschikte altijd al over een goede basisconditie. Gelukkig leer ik vrij makkelijk, zodat ik genoeg tijd heb voor de sport.’

Niet te snel succes. Ze maakt de vergelijking met Kamiel Maase, die ook pas op zijn 17e serieus begon met hardlopen. En net als veel oude Nederlandse marathontoppers was ze als b-juniore met haar tijden op de 800 en 1500 meter geen hoogvlieger. ‘Bij de Nederlandse juniorenkampioenschappen vloog ik er in de series altijd al uit. Maar dat is niet erg. Je moet niet te snel succes willen hebben. Ik wil ieder jaar een stukje professioneler gaan werken.’
‘Na mijn VWO besloot ik om in de buurt te blijven wonen, zodat ik voldoende tijd heb om bij TDR te trainen. Ik ben nogal praktisch ingesteld en wilde liever een HBO-opleiding doen dan naar de universiteit gaan. Ik koos voor voeding en diëtetiek en zit nu in het vierde jaar. Nee, ik hou me niet met voeding voor sporters bezig. Dan kom je in dienst bij Ajax en luistert Van der Vaart toch niet naar wat je zegt. De commerciële kant, zoals voedselveiligheid, trekt me meer. Ik loop nu stage bij een bedrijf in Warmenhuizen, dat panklare groente produceert. Ik mag de stagetijd verdubbelen, zodat ik gemiddeld maar 20 uur per week werk. Daardoor kan ik bijvoorbeeld tijd sparen om drie weken in Portugal te gaan trainen. En door het intensief sporten leer je toch wel om effectief met je tijd om te gaan.’

Ze is inmiddels verhuisd naar Castricum, in de regio waar de TDR-atleten de meeste trainingen afwerken: op de baan van de gelijknamige atletiekvereniging, het duingebied van Egmond en Schoorl en in een plaatselijk sportcentrum. Haar zolderkamer verraadt het leven van een atlete: er ligt touw voor het touwtje springen, een kantelplank om voetoefeningen te doen, een grote bal om de stabiliteit te trainen. ‘Doordat we bij TDR twee-derde van de sponsoring in de organisatie stoppen, kunnen we veel begeleiding krijgen van de trainers, van een fysiotherapeute, een mentale begeleider en dergelijke’, vertelt ze. ‘Ik denk dat ik alle faciliteiten heb die op dit moment voor mijn ontwikkeling nodig zijn.’
‘We trainen gemiddeld vier keer met de groep. Dan heb ik altijd wel mensen om me heen voor de tempo-trainingen. Voor de duurlopen maak ik wel eens afspraken met een van de andere TDR-atleten, maar de ochtendloopjes doe ik altijd alleen. Voor de kwaliteit van de baantrainingen vind ik het belangrijker om in een groep te lopen en de trainers erbij te hebben. We doen veel techniekoefeningen en het houdt me ook scherper.’
‘Ik heb op het NK 10.000 meter in Drunen de limiet voor de EK-onder-23 gelopen. Dat toernooi heb ik al twee jaar als doel voor 2005 in mijn hoofd. Voor de internationale juniorenkampioenschappen was ik nog niet goed genoeg en aan een EK voor senioren ben ik op dit moment ook nog niet toe. Daarom is het goed dat dit EK voor neo-senioren er is.’

Ik moet nog veel leren. ‘Ik heb in Egmond en bij de CPC dit jaar mooie halve marathons gelopen, maar de komende vier jaar zal de 10.000 meter op de baan mijn belangrijkste onderdeel blijven. Ik moet echt nog veel leren. Het crossen ging bijvoorbeeld afgelopen winter niet zoals ik wilde. Ik weet dat het niet mijn sterkste kant is, maar het is wel goed voor mijn ontwikkeling, het is een leerproces. Daar leer je om potjes te winnen. Het gaat niet alleen om blind voor die overwinning te gaan, ik moet tactisch sterker worden als ik straks belangrijke wedstrijden wil winnen. Bij het NK veldlopen sleurde ik bijvoorbeeld lange tijd aan kop, maar werd ik uiteindelijk vierde. Dat moet ik beter doen.’
‘In de aanloop naar de EK-onder-23 loop ik wedstrijden over kortere afstanden, om mijn snelheid te trainen. Ook al zal ik op de langere duur naar de marathon gaan, ik moet me eerst op de kortere afstanden nog verbeteren. Ik kies niet voor de makkelijke weg door nu geld te gaan pakken bij allerlei wegwedstrijdjes. Natuurlijk is het leuk om te merken dat organisatoren je graag aan de start hebben en is de baanatletiek niet altijd even sfeervol. Maar als ik komende zomer bij de FBK in Hengelo of in bij de Nacht van de Atletiek in Heusden aan de start kan staan, vind ik dat ook prachtig.’
‘Ik vind die afwisseling van baan en weg heerlijk. Ik heb mezelf deze winter bewezen dat ik goed kan presteren op de weg, maar in de afgelopen weken keek ik echt al uit naar een mooi zomerseizoen op de baan. Daar kun je toch ook prestige verdienen met goede prestaties, net als in een grote stadsmarathon.’

‘Ik heb een ontzettend mooi leven. Ik zou niet weten wat ik mis, eerlijk gezegd. Door de trainingsstages was ik Portugal, in Kenia, in Mexico. Maar ik vind het overal prachtig als het zonnetje schijnt en er een bos is waar ik lekkere harde duurlopen kan doen. Dat vind ik ook in Schoorl.’
‘Natuurlijk heb ik door het intensief trainen minder tijd voor sociale contacten dan leeftijdgenoten. Daardoor heb ik een kleinere groep mensen om me heen, maar dat zijn dan wel de vriendschappen waar ik echt in wil investeren. Je moet alles inplannen, maar daar hou ik ook wel van.’
‘En het scheelt misschien dat ik pas op mijn 17e zo intensief ben gaan sporten. Niet dat ik zo’n kroegloper was, maar ik heb ook jaren gekend dat het allemaal wat makkelijker ging. Nu wil ik alleen nog maar vooruit, vooruit, vooruit. Echt: het kan me niet gek genoeg gaan.’
‘Of er veel is gebeurd met me in de afgelopen maanden? Het gaat allemaal wel snel, maar ik ben meestal nogal nuchter. En anders zetten mijn ouders of mijn trainers me wel weer met beide pootjes op de grond. Maar de dag na de CPC dacht ik wel: wow … tering … misschien kan ik écht heel goed worden.’
‘Paula Radcliffe is natuurlijk mijn voorbeeld, maar dat zegt iedereen. Ik neem ook een voorbeeld aan Christien Toonstra. Die ging, samen met Ellen van Langen en hun trainer Frans Thuys, haar eigen weg en stond in Barcelona mooi in de Olympische finale.’

Atletenprofiel

Naam: Selma Borst
Geb: 06-09-1983
Lengte: 1,71 m
Gewicht: 53 k

Vereniging: Hera / TDR trainingsgroep
Trainer: Guido Hartensveld
Sponsors: PricewaterhouseCoopers, www.atletiekwereld.nl, Nike, Le Champion, Vitargo

Beste prestaties:
* 3e NK junioren 1500m, 2002
* 25e EK cross junioren, 2002
2004:
* Egmond Halve Marathon, 5e in 1:19.38u
* 3e NK 5000m, Utrecht
* Heusden, Nacht van de Atletiek, Grand Prix II, 5000m in 15’49"90
*Tilburg Ladie Run 10 km, 8e, 34.50 (2e Nederlandse)
* Dam tot Damloop, 10 EM, 6e, 56’19"
2005
* Egmond Halve Marathon, 5-de in 1:15:17
* NK 10km: 2-de in 33:27
* NK Veldloop: 4-de
* City-Pier-City loop: 5-de en 1-ste in NK in 1:11:23
* NK 10.000m, 2-de in 34:35.18

Persoonlijke records
800m 2:16.93
1000m 3:03.65
1500m 4:26.14
3000m 9:28.11
5000m 15:49.90
10000m 34:35.18
10km 33:26
10EM 56:19
Halve Marathon 1:11:23