Guido Hartensveld doet het op zijn manier
30 April
Team Distance Runners
Posted by:
Bron: Noord-Hollands Dagblad, 30 april 2005
Tekst: Eric Korver
Titel: Guido Hartensveld doet het op zijn manier
Bakkum – Hij was er al jong achter, Guido Hartensveld. Hardlopen was zijn passie, maar niet zijn talent. Dat lag, ontdekte hij, meer op het gebied van coachen en trainen. Hij verdiepte zich, gooide de kont tegen het conservatisme in de atletiek en deed het op zijn manier. Nu is Hartensveld de inspirator van een van de meest succesvolle groep atleten van ons land: het Team Distance Runners.
Hij lacht schuchter als de geschiedenis in een notendop wordt samengevat. Maar dat is bedrieglijk. Want Guido Hartensveld (34) is allesbehalve schuchter. Dan had hij nooit zijn ambities kunnen verwezenlijken op de manier zoals hij dat nu heeft gedaan. De Castricummer is overtuigd van zijn eigen kwaliteiten en daarbij ook nog eens doortastend genoeg om daar maximaal gebruik van te maken.
Anders is het niet te verklaren dat hij op zijn leeftijd al de stichter en leider, zowel sportief als organisatorisch, is van een inmiddels erkend team topatleten als de Distance Runners. Die mogen daarom ook best zijn Distance Runners worden genoemd. Hartensveld investeerde, kneedde en boetseerde er bijna vijftien jaar aan. En begint nu de vruchten te plukken. De verrichtingen van Hugo van den Broek en Selma Borst hebben het spotlicht op TDR – zoals het team in de volksmond heet – gezet. En dan komt er nog een hele rits talenten aan. Het is tekenend voor de duur van dat traject dat de eerste atlete waarmee Hartensveld werkte, inmiddels is toegetreden tot de begeleiding, als fysiotherapeute. “Majelle Laman”, zegt hij. “Was in 1991 ongeveer. Zij pakte de eerste medaille voor het team, dat vergeet ik niet meer. Nu hebben we er meer dan honderd.”
Talenten
“Het team” heette in die tijd nog de AVC Distance Runners, met de toevoeging van AV Castricum, waar de kleine formatie aan gekoppeld was. Hartensveld werkte er als jeugdtrainer, en bouwde gestaag aan een jonge groep atleten. Hij strikte talenten als de jonge Hugo van den Broek en Peter Res. “Van den Broek was een van de mensen van het eerste uur. Hij was toen al succesvol in de junioren-kampioenschappen. Liep de drie kilometer net onder de negen minuten.”
De successen trokken niet alleen aandacht, maar ook atleten. In de tweede helft van de jaren negentig raakte Hartensveld in trek. Veel jonge talenten uit de regio wilden bij hem trainen, maar een lastig obstakel was het verplichte lidmaatschap van AV Castricum. Atletes als Silvia Kruijer en Suzanne Wiertsema hadden immers al een lidmaatschap bij vooraanstaande clubs als DEM en Trias.
Op dat moment voelde Hartensveld dat de verenging een rem was op zijn groep, dat de Distance Runners de club waren ontstegen. Het moest anders. “Want de groep groeide ook uit z’n voegen, en alles leunde op mij. Dat kon ik gewoon niet volhouden. Ik had assistentie nodig. Een fysiotherapeut, een krachttrainer. Ik wilde er sponsors voor aantrekken, maar dat mocht niet.”
Hij trok zijn eigen plan, zette zijn eigen lijn door. “Als ik het niet deed, deed niemand het. Dat had ik al snel door. En in topsport moet je gewoon rechtdoor, ruimte voor zijwegen is er niet.”
Hartensveld zag de oplossing in het stichten van het onafhankelijke TDR, en dat kreeg gestalte op opmerkelijke wijze. “Alle betrokken atleten lapten 250 euro. Alleen op die manier konden we een tweede trainer aanstellen.” Dat stuitte nauwelijks op bezwaren. “Omdat al die sporters wilden investeren in hun loopbaan, verder wilden groeien. En daar we samen de schouders onder zetten. Iedereen snapte dat.”
Stichting
Om de pot legitiem te kunnen beheren moest er een juridische basis zijn, en daarom maakte Hartensveld van zijn TDR een stichting. “Dat was bovendien ook nog eens herkenbaar en dus aantrekkelijk voor sponsors. De club zelf was ook rijp voor die stap, stond erachter als we ons losmaakten. Daarmee konden we ook de laatste drempel wegnemen, het probleem van het lidmaatschap. Ieder lid van TDR is nu ook gewoon lid van zijn eigen vereniging, en wij staan daar boven. Zie ons als een soort tennisschool, waar de besten extra begeleiding en training krijgen.”
Inmiddels telt de groep van Hartensveld en zijn tegenwoordige assistenten Marcel Swart en Nico Bijman 35 tot 40 atleten op diverse niveaus. Erkenning is er alom voor de werkwijze van Hartensveld, die met zijn atleten tot opmerkelijke prestaties komt, vooral in de wegatletiek. “Onlangs hebben we van de atletiekbond KNAU het keurmerk Regionaal Talentencentrum gekregen. Op loopgebied zijn we de enige die dat hebben. Dat zegt wel wat, en dat doet ook goed.”
Niet gek voor een jongen die als atleet zelf fanatiek trainde, maar nooit de top haalde. Misschien ook wel omdat hij te veel bezig was met die andere passie: het verhaal achter de training. “Ik vond het prachtig om die trainingsmethodes allemaal een beetje uit te dokteren. Ik was er altijd erg mee bezig hoe je iemand beter kon laten presteren. Bezocht elk congres dat er was, las van alles. Ik was erg leergierig, zat uren in de sportbibliotheek. Daar besteedde ik zelfs meer tijd aan dan aan mijn studie fysiotherapie.”
De vergaarde kennis maakte ook dat hij zich afzette tegen het conservatisme in de atletiek. Hartensveld vond het maar niks dat een atleet zich op alles gebieden moest ontwikkelen. “Moest je zo’n klein, schriel mannetjes als Van den Broek met een discus laten gooien. Wat een onzin. Voor Van den Broek zou dat allemaal verlies zijn van tijd die hij besteden aan het worden van een betere loper, en dat was wat hij wilde. De overtuiging dat ik zelf wist hoe het wel moest, heeft ook bijgedragen aan het vormen van TDR.”
Die organisatie staat nu als een huis. Het team heeft nu een eigen atletenhuis, striks grote sponsors als PricewaterhouseCoopers en Nike. Daardoor is het ook mogelijk dat Hartensveld nu deels in dienst is van TDR, al maakt hij ook nog vijftien uur per week in zijn fysiotherapiepraktijk. “De fundering is stevig”, stelt hij vergenoegd vast. “Nu is het zaak de boel te stabiliseren. Groter hoeft niet, dat heeft geen zin.” Beter wel. “Dat is altijd het uitgangspunt geweest. Steeds op zoek zijn naar het ideaalplaatje. Niet in hokjes denken, maar groot.” Een gedachte die de komende jaren best wel eens navolging zou kunnen krijgen.