Nieuws
Raika Lenaarts wint opnieuw
HENGELO/REHLINGEN/DUFFEL - Afgelopen zaterdag werden in binnen- en buitenland vele wedstrijden afgewerkt. Het baanseizoen komt nu echt op gang en de kaarten zijn geschud. Het is nog vroeg in het seizoen, maar de in vorm rakende atleten komen nu bovendrijven. De TDR-atleten namen op drie verschillende locaties deel aan wedstrijden. Bij de FBK-Games in eigen land was, door het wegvallen van het nationale programma, alleen Machteld Mulder van de partij. Kristof van Malderen startte in Rehlingen bij het baancircuit van Duitsland. In het Belgische Duffel nam een grote delegatie TDR-atleten deel, waaronder veel jeugdleden die zich klaarstoomden voor het NK junioren. Hengelo Bij de FBK Games was er op de 800m voor vrouwen vanwege het grote veld slechts één startplek beschikbaar voor een Nederlandse atlete. Logischerwijs ging deze plek naar de onbetwiste nummer één van dit moment, Yvonne Hak. Uiteindelijk mocht Machteld Mulder alsnog starten en kreeg daarmee een unieke kans voorgeschoteld. Race-director Ellen van Langen gaf Mulder op basis van haar seizoensstart, maar vooral gezien haar jonge leeftijd, het voordeel van de twijfel. Mulder: “Ontzettend gaaf dat ik de kans kreeg om in zo’n sterk veld te starten. Vooraf had ik ook veel vertrouwen in een goede wedstrijd, omdat de training van dinsdag uitwees dat het met mijn vorm wel goed zit. Ik wilde graag in de buurt van mijn pr komen”. Direct na het startschot kozen zowel Yvonne Hak als Machteld Mulder voor een positie achterin het veld. Gezien de grootse concurrentie was dat voor beide atletes vrijwel logisch. Alleen daar waar Hak attent doorschoof, verloor Mulder al vroeg het contact met de groep. “Ik wist van te voren dat het hard zou gaan en had me daar goed op ingesteld. Toch vond ik het veel te snel gaan”, zegt Mulder. Het gevolg was dat Mulder een solo race diende af te werken. Ondanks dat, kwam zij uit op 2.05.83, wat haar tweede seizoenstijd betekende. “Het was een lastige wedstrijd voor me. Dit was een wedstrijd van heel hoog niveau en ik ben nu in ieder geval een ervaring rijker,” aldus Mulder. Rehlingen Bij het Pfingstsportfest startte Kristof van Malderen in de B-race 1500m. De TDR-atleet toonde de afgelopen tijd aan dat zijn vorm stijgende is. In zijn derde 1500m van het seizoen trof de Belg het ditmaal echter niet met de omstandigheden. De aangekondigde tempomaker bleek afwezig, waardoor er net als afgelopen woensdag in Koblenz geen strak tempo werd gevoerd. Na 800m werd er nog een doorkomst genoteerd van 2.01, maar daarna viel het tempo met een ronde van 64 seconden helemaal stil. Van Malderen liep alert en plaatste 200m voor het einde een splijtende demarrage. Hij leek op de winst af te stevenen, maar werd uiteindelijk nipt tweede. De eindtijd van 3.46.40 was niet datgene waarvoor Van Malderen naar Rehlingen was gekomen, maar met name zijn slotronde en positie waren indrukwekend. “Deze race voelde goed aan. Ik ben in vorm en klaar voor de grote stap. Het is nu geduldig blijven en zoeken naar een geschikte wedstrijd”, aldus Van Malderen. Duffel In België kon TDR op de 800m vrouwen namens Raika Lenaarts een overwinning bijschrijven. Eerder deze week won zij een 800m in Koblenz en vandaag liep ze voor de vierde maal dit seizoen een persoonlijk record. Haar winnende tijd was 2.08.05. In de wedstrijd schoof ze na 500m op het juiste moment naar de vierde plaats. Op het rechte stuk richting de finish wist zij vervolgens overtuigend bij haar concurrenten weg te lopen. Lenaarts: “Wat een macht had ik in mijn benen. Ik liep puur om de overwinning. Volgende week in Neerpelt wil ik mijn pr aanscherpen op de 1500m.” Op de 400m ging de overwinning naar Bjorn Blauwhof. De TDR-atleet noteerde een persoonlijk record van 49.14 en toont hiermee aan klaar te zijn voor het NK junioren aankomend weekend in Groningen. “Daar moet ik met series en finales drie keer lopen. In tegenstelling tot vorig jaar bekijk ik de races nu stap voor stap en hoop in de finale te stunten”. In dezelfde race kwam Boyd Declerq in zijn eerste wedstrijd van het seizoen tot 51.26. Junioren Door de overige medaillekandidaten voor het NK junioren werd ook naar behoren gepresteerd. Niels Verwer testte zijn snelheid op de 800m. De Egmonder won zijn serie met een pr van 1.57.59. Ook Almeeder Leon Koch is klaar voor het NK. Op de 1500m liep Koch een pr van 4.04.21 en met name zijn sterke laatste 300m zijn hoopgevend voor volgende week. Alwin Groen aast, na drie maal een vierde plaats, op een medaille. Met een tijd van 9.07.17 op de 3000m lijkt hij net op tijd de stijgende lijn te pakken te hebben. Bij de meiden junioren kijken Diana Spaargaren en Lisanne Wever, op respectievelijk de 800m en 3000m, ook gretig vooruit naar het NK. Spaargaren eindigde als derde in de B-race en passeerde de finish op slechts één spike. Zij werd vroeg in de wedstrijd door een concurrente op haar hak getrapt. Toch wist Spaargaren tot een tijd van 2.18.32 te komen. Lisanne Wever debuteerde op de 3000m en deed dit met verve. Haar eindtijd was 10.39.47.
Lees verderSterke seizoensopening Pennekamp en Holterman
HERENTALS - Nils Pennekamp en Jill Holterman zijn hun baanseizoen sterk begonnen. In de eerste wedstrijd van het zomerseizoen wist Pennekamp tot een derde plaats te komen in een tijd van 1.49.68, terwijl Holterman wist te verrassen met een persoonlijk record op de 5000m: 16.11.92. Ook voor Lisanne Wever was het raak: met een tijd van 16.59.63 wist de Castricumse voor het eerst onder de zeventien minuten te duiken. Pennekamp trof op de Dag van de Arbeid een sterk deelnemersveld met de aanwezigheid van de Belgen Jan van den Broeck en Jerome Kahia. Van den Broeck noteerde verleden jaar tijdens de meeting in Herentals met 1.47.01 zijn snelste seizoenstijd. Kahia was één van de revelaties van het afgelopen indoorseizoen, toen hij Belgisch Kampioen Kristof van Malderen wist te verschalken op de 1500m. Bepaald geen doorsnee veld dus. Er werd daarom ook hard geopend. Pennekamp wist aan te pikken en richting de eerste volle ronde naar de kop van het veld op te schuiven. Na een doorkomst in 52'hoog begon de TDR-atleet zich comfortabel te voelen en besloot hij de leiding te nemen. Tot 100m voor de eindstreep behield Pennekamp deze positie, om uiteindelijk als derde over de streep te komen in 1.49.68. "Dit is een prima seizoensopening," concludeerde Pennekamp tevreden. "En alweer de tiende keer dat ik een tijd onder de 1.50 noteer. In Lisse (Ter Specke Bokaal 1000m, red.) en Hoorn (Flynth Recordwedstrijden 800m, red.) ga ik dit een mooi vervolg geven." Nouws In dezelfde race kwam ook Mark Nouws in actie. Nouws had naar eigen zeggen een uitstekende trainingsstage in Mexico achter de rug, waarbij vooral zijn niveau op de 1500m sterk vooruit was gegaan. Het tempo in de hoofdrace van de 800m lag voor hem echter te hoog. "De opening was zo snel, dat ik in het vervolg van de race met wat verval te maken kreeg," aldus Nouws. De 1500m-loper wist desondanks de nodige concurrenten te achterhalen, om te finishen in 1.53.79. "Een redelijke seizoensopening. Nu op naar een persoonlijk record op de 1500m!" Holterman verrast Op de 5000m kwamen drie TDR-dames in actie. Van hen leverde Jill Holterman de meest verrassende prestatie. De TDR-atlete, die verleden jaar in actie kwam op de 5000m tijdens het EK voor neo-senioren, wist haar beste tijd op dat onderdeel direct in haar eerste poging te verbeteren. Achter de Vlaamse Barabara Maveau, die zich die avond zou kwalificeren voor het EK Atletiek, startte Holterman snel. Vervolgens wist ze in de ‘mixed race' aan te klampen bij een mannelijke tegenstander. Dit resulteerde in een eindtijd van 16.11.92, een verbetering van bijna vier seconden ten opzichte van haar vorige persoonlijk record. "Dit is nog eens een goed begin! Hier had ik niet op gerekend. In Mexico heb ik sterk, maar vooral vanuit de basis getraind. We hadden dan ook eerder een tijd van 16.30 in gedachten. Dat ik dit al kan vanuit de basis is een zeer goed teken. Mijn hele seizoen is gericht op de 5000m, ik ben benieuwd wat er nog gaat volgen." Ilse Pol terug in actie Ilse Pol kwam weer in actie na een ziekteperiode. De atlete kreeg in februari te kampen met longontsteking, wat een aanzienlijke aanslag betekende op haar conditie. Pol moest dan ook een flinke stap terugdoen in de trainingen en was genoodzaakt om haar deelname aan de internationale baanwedstrijd in Stanford (Verenigde Staten) te cancellen. Wat volgde was een periode van zeer langzaam opbouwen. Pol: "De laatste weken begon het weer lekker te draaien. Daarom hebben we besloten een testwedstrijdje in België te doen." Die testwedstrijd liep uit op een solorace. Na 800m moest Pol de groep laten gaan om solo haar weg te vervolgen. Na 5000m noteerde ze 16.43.01. "Het was gaaf om weer een wedstrijd te lopen. Ik was goed gefocust en voel me weer lekker. Dat is belangrijk, nu zal het weer snel vooruit gaan." Wever noteert pr Lisanne Wever startte in de tweede race van de 5000m en wist voor het eerst onder de zeventien minuten te blijven. Wever liet de klok stilstaan op 16.59.63. "Dit was een mooie race, waarin ik goed mee kon komen. Een goed begin voor het seizoen, waarin ik verder door wil groeien op de lange afstanden. Anders dan andere jaren leg ik dit seizoen nadrukkelijk de focus op de 5000m."
Lees verderRonald Schroer loopt EK-limiet op 10.000m
STANFORD - TDR-atleet Ronald Schröer heeft in het Amerikaanse Stanford op de 10.000m de limiettijd voor deelname aan de EK Atletiek geslecht. Tijdens de Payton Jordan Cardinal Invitational haalde de Bakkummer met een prestatie van 28.32.61 meer dan een halve minuut van zijn persoonlijk record af. Teamgenote Helen Hofstede opende haar seizoen met een persoonlijk record op de 3000m steeplechase: 9.55.44. Schröer maakte dit voorjaar bewust de keuze om zijn pijlen te richten op het baanseizoen. Na enkele seizoenen waarin de atleet twee tot drie marathons per jaar liep, was het tijd om de nadruk te leggen op de baanafstanden. De voorbereidingsperiode op het baanseizoen die Schröer tussen twee marathons normaal gesproken afwerkt, loopt grofweg van mei tot juni. Met de focus op twee piekmomenten in het jaar (een voorjaars- en najaarsmarathon) betekent dit een te geringe opbouw voor een ideaal baanseizoen. Schröer, die een goede reputatie heeft op het tartan, had vandaar al langer het plan opgevat om de marathon over te slaan en eens een seizoen aan de 10.000m te wijden. De Bakkummer werd van 2008 tot en met 2010 Nederlands kampioen op die afstand, nam deel aan het Europees Kampioenschap voor junioren op het onderdeel en had het idee dat zijn baantijden nog aanzienlijk voor verbetering vatbaar waren. De focus werd voor het seizoen 2012 dan ook gelegd op de 10.000m, met als droomdoel deelname aan het Europees Kampioenschap Atletiek in Helsinki.Payton Jordan Cardinal Invitational Om zo optimaal mogelijk te presteren koos Schröer in overeenstemming met zijn coach Guido Hartensveld voor een lange voorbereidingsperiode richting één wedstrijd. De Payton Jordan Cardinal Invitational, op het universiteitscomplex van het Amerikaanse Stanford, diende als krachtmeting voor een scherpe eindtijd. De wedstrijd in Stanford kent een rijke historie en is met haar sterke bezetting min of meer vergelijkbaar met de Nacht van de Atletiek in het Vlaamse Heusden. "Het klinkt misschien raar, maar er hangt een soort van elektriciteit in de lucht bij deze wedstrijd, net zoals je die in Heusden vindt," sprak Schröer voorafgaand aan de wedstrijd. "Het zijn de ideale omstandigheden voor een harde eindtijd." De langeafstandsloper had in maart twee halve marathons op basistempo afgelegd in Nederland, om vervolgens in Mexico op hoogte de puntjes op de i te zetten. Raceverloop In de B-serie van de 10.000m trof Schröer een ideaal raceverloop. In een veld met maar liefst 44 deelnemers die een persoonlijk record onder de 28.50 kenden, ging de eerste 3000 meter in een tijd van 8.30. Ook de doorkomst op 5000m (14.11) was snel en ruim onder het schema voor deelname aan het EK (28.39.60). "Ik merkte direct al dat ik een grote marge had op de limiettijd, terwijl ik me nog erg goed voelde," aldus Schröer. "Door het ruime aantal deelnemers was het flink dringen. Mijn schenen waren na afloop grotendeels opengehaald door alle spikepunten die tegen mijn benen gedrukt zijn." De TDR-atleet hield zich desondanks rustig en bleef een hoog tempo voeren. Zowel Hartensveld als Schröer hadden de indicatie dat er een prachtige tijd aan zat te komen. Schröer: "'Drie keer 70!' is wat ik Guido hoorde roepen op 1200m voor het einde. Maar ik voelde dat er nog meer inzat." Met een laatste 1000m in 2.49 - waarvan de laatste 400m in 65 seconden - finisht Schröer in 28.32.61, bijna zeven seconden onder de limiet voor deelname aan het EK. De atleet verbetert zijn persoonlijk record met maar liefst 36 seconden en schuift daarmee op naar de tiende plaats op de Nederlandse allertijdenlijst. Europees Kampioenschap Van deelname aan de Europese titelstrijd is Schröer echter nog niet zeker. Er kunnen drie landgenoten deelnemen per onderdeel en er zijn meer Nederlanders die de limiet op de 10.000m als doel hebben. "Het is nu afwachten," aldus Hartensveld. "Deze tijd staat alvast, zeker geen misselijke. Het zal mij benieuwen wie er nog onder kunnen duiken. Met Michel Butter, de voorgeselecteerde Patrick Stitzinger, Khalid Choukoud, Tom Wiggers, en wellicht ook nog Abdi Nageeye en Thomas Poesiat zijn er heel wat sterke mannen. Het lijkt me echter sterk dat de allertijdenlijst nog verder overhoop zal worden gegooid." Schröer was zeer verheugd met zijn prestatie en benadrukte zijn prima voorbereiding met teamgenoten Michel Butter en Kristof van Malderen. Hofstede noteert pr op steeple Op de 3000m steeplechase, welke eerder op de avond gelopen werd, maakte Helen Hofstede een spetterende seizoensstart. Hofstede, sinds 1 oktober aangesloten bij TDR, wist in haar eerste steeple van het seizoen direct haar persoonlijk record te verbeteren. De Utrechtse zette haar tot dan toe snelste prestatie van 9.58.61 om in een tijd van 9.55.44. Hofstede, die de 13e tijd van de 18 deelneemsters kende, startte bescheiden. Na een kalme eerste kilometer schoof ze vervolgens steeds verder op naar voren. Door haar sterke passages op de balken, nog altijd prima aanwezig vanuit de trainingen door Leen Born, wist de TDR-atlete veel plaatsen goed te maken. Met nog een kilometer te gaan nam Hofstede zelfs de leiding. Het bleek net iets teveel van het goede. In de laatste 600m had de Nederlandse het nodige verval. Dat nam niet weg dat Hofstede een keurig persoonlijk record noteerde. "Tot 600m voor de finish zat ik zelfs nog op een eindtijd van 9.45," reageerde ze na afloop. "Het geeft een goed gevoel zo lang op die eindtijd te zitten, het is nu nog een kwestie van doortrekken in de slotfase." Progressie Voor deelname aan het Europees Kampioenschap zal Hofstede nog een stap moeten maken. Een tijd onder de 9.41 wordt gevraagd om in Helsinki in actie te komen. Coach Guido Hartensveld verwacht nog de nodige progressie gedurende het seizoen. "Ik denk dat Helen een stap gaat maken op meerdere afstanden. Haar pr op de 10km en de crossen die ze liep deze winter zijn een goede indicatie voor die progressie. Naast de steeple denk ik dat terug te zien op de 1500m. En dat mag ook wel, met een persoonlijk record van 4.20." Naast haar progressie toonde Hofstede zich tevreden over het feit dat ze vrij is van blessures. "Het is een belangrijk doel voor mij om blessurevrij te blijven. Daar ben ik blij om. In Mexico heb ik bovendien goed kunnen trainen op de steeple." Met haar nieuwe pr van 9.55.44 neemt Hofstede de derde plaats in op de allertijdenlijst op de steeple bij de dames.
Lees verderVan Malderen richt vizier op de toekomst
“Wanneer je bij de allerbesten wilt horen, dan is er maar één symbool dat ter bevestiging kan dienen” Auteur: Alwin Groen “Het was in 2004 dat ik in aanraking kwam met de 1500m. Dat jaar begon ik voor het eerst serieus met trainen, ik had de 5000m op de EK Beloften in mijn hoofd. Die avond werkte ik mijn training af en daar zag ik Hicham El Gerrouj. Hij bleek altijd voor de grote toernooien zijn laatste tempo’s te doen in België. In Leuven lag de atletiekbaan op de schop en dus week hij uit naar Vilvoorde, mijn thuisbaan. Ik vond het echt indrukwekkend, om hem daar te zien lopen. Het zal niet veel meer geweest zijn wat hij daar liep vlak voor de Olympische Spelen; ik denk een 400 en een 300 meter. Maar het was een prachtig gezicht. Toen ik mijn spikes aan het uittrekken was, kwam hij naar me toe. ‘De manier waarop je loopt, uw stijl… De 1500m is jouw afstand.’” Het is een moment waar Kristof van Malderen nog vaak aan terugdenkt. De atleet is het symbool van de 1500m binnen Team Distance Runners. Sinds hij zich in 2008 aansloot bij het loopteam heeft Van Malderen de anderhalve kilometer zich eigen gemaakt. Vier nationale titels op de 1500m heeft hij in zijn bezit, eenmaal heeft hij het nummer op de Wereldkampioenschappen gelopen (Outdoor 2009) en tweemaal was hij erbij op de Europese Kampioenschappen (Outdoor 2010, Indoor 2011). Met zijn beste tijd van 3.37.13 was hij in 2010 de nummer 16 van Europa en 31e van de wereld. Wanneer je hem hoort praten over zijn favoriete afstand, lijkt het alsof Van Malderen het nummer al van jongs af aan beoefent. Toch is dit allerminst het geval. “Ik was altijd op zoek naar een discipline om met de wereldtop mee te kunnen doen. Nu heb ik die gevonden, op de 1500m kan ik heel wat klaarspelen.” Presteren Het verleggen van grenzen speelt een centrale rol in de carrière van Van Malderen. De wil om het hoogste te presteren en je met de besten te meten, heeft hem gebracht waar hij op dit moment is. Sommige atleten genieten van de pure schoonheid van het lopen; het elke dag weer mogen aantrekken van de schoenen, de loopsport als een verslaving. Bij Van Malderen is het anders. Zijn verslaving is het presteren, het uitgedaagd worden om tot de besten te behoren. “Het was pas in 2004 dat ik echt serieus begon te trainen, terwijl ik toch al een heel aantal jaar bezig was,” vertelt hij. “In 2005 stonden de EK voor Beloften gepland en ik wilde me kwalificeren voor de 5000m. Het roer ging om; het was nu eens afgelopen met drie keer in de week onbezorgd bij de club trainen. Ik ging over op een serieus trainingsschema. Met dat doel in mijn hoofd slaagde ik erin om mijn training in korte tijd flink te verbeteren. Dat was voor mij een grote omslag.” De trainingsprogressie heeft zijn uitwerking. Van Malderen loopt in de wedstrijden naar een tijd van 14.08.28 en weet zich te kwalificeren voor het EK voor Beloften. In het Duitse Erfurt eindigt hij vervolgens als tiende. “Het is altijd mijn ambitie geweest om me met de wereldtop te kunnen meten.” Het lijkt erop dat Van Malderen met de 5000m zijn afstand gevonden heeft. Een afstand waarop hij mee kan strijden op Europees niveau en zijn ambities kan vervullen. Toch concludeert Van Malderen, een jaar trainingsinvestering verder, dat dit niet het geval is. “Het is altijd mijn ambitie geweest om me met de wereldtop te kunnen meten,” vervelt hij over zijn keuze. “Ik wil kunnen strijden op het hoogste platform. Toen ik na twee jaar serieus investeren in 2006 14.03 noteerde, kwam het besef dat ik daarmee nog meer dan een minuut van de wereldtop verwijderd was. Dat werkte frustrerend. Ik realiseerde me dat het gat met de top te groot was om te dichten. De missie ontbrak en mijn progressie vertraagde.” In de daarop volgende seizoenen is Van Malderen zoekende. Hij probeert de 10.000m en zelfs de 3000m steeple chase, zijn missie richting de wereldtop najagend. Voldoening vindt hij echter niet. De 10.000m gaat niet onder de 30 minuten en op de 3000m steeple blijft hij steken op 8.57.99. De 1500m In 2008 breekt een nieuwe periode aan voor de atleet uit Bonheide. Een belangrijke periode, waarin Van Malderen zijn interesse voor de 1500m vindt. De atleet is met zijn vriendin Raika Lenaarts in Nederland gaan wonen en besluit zich aan te sluiten bij het loopteam TDR, waar zijn vriendin traint. Daar ontdekt Guido Hartensveld, de huidige trainer van Van Malderen, de aard van de atleet. Hartensveld is er stellig van overtuigd dat Van Malderen het op de 1500m moet proberen. “Het was Guido die me erop wees dat mijn kracht op de 1500m lag. Tijdens de lange duurlopen die we met de groep deden, keek ik constant op mijn klokje. Guido zag dat. ‘Die langere afstanden, dat is het niet voor jou’, zei hij. ‘De 1500m, daarop moet jij het klaarspelen.’” Hartensveld bleek het bij het rechte eind te hebben. Met de 1500m vond Van Malderen een afstand waarop hij zijn ei volledig kwijt kon. Progressie was vervolgens duidelijk zichtbaar. Op constante wijze ging er elk jaar een paar seconden van zijn beste prestatie af. In drie jaar tijd verbetert Van Malderen zich van 3.45.76 naar 3.37.13. “Dat was een krachtig gevoel. Eindelijk had ik het idee dat ik een afstand te pakken had waarop ik echt tot de besten van de wereld kon behoren,” vertelt hij. “Tijdens lange duurlopen keek ik constant op mijn klokje. Guido zag dat. ‘Die langere afstanden, dat is het niet voor jou’.” Toch ging het niet altijd van een leien dakje. Van Malderen wil maar aangeven dat zijn prestaties niet zomaar uit de lucht zijn komen vallen. Noeste arbeid en concentratie kwamen erbij kijken. “In het begin was het worstelen,” omschrijft hij zijn ontwikkeling. “Maar toen ik op het punt belandde om aan internationale wedstrijden deel te nemen, kwam mijn progressie in een stroomversnelling terecht.” De mogelijkheid om met de beste atleten ter wereld in aanraking te komen, doet Van Malderen veel. Het brengt een groot leereffect met zich mee, op basis waarvan hij aanzienlijke progressie boekt. “Ik weet nog goed dat ik in Zagreb mijn eerste grote internationale meeting liep. Ik mocht het opnemen tegen wereldtoppers als Leo Manzano. Van A tot Z heb ik alles afgekeken van die mannen, zowel buiten als tijdens de wedstrijd. Daarvan kun je zoveel opsteken. Ik heb me nooit te goed gevoeld om van anderen te leren.” De aanraking met de internationale meetings, brengt hem de drive om de 1500m tot in de puntjes te willen beheersen. Van Malderen heeft een duidelijk doel voor ogen. Hij wil meer van dit soort wedstrijden, terug naar meetings als Zagreb. “Maar wat het mooiste is, dat zijn de Diamond Leagues,” vertelt hij enthousiast. “Dáár worden de knikkers uitgedeeld. Om aan die wedstrijden mee te kunnen doen, dat geeft me zoveel voldoening en motivatie tegelijkertijd, dat ik heel hard van de 1500m ben gaan houden en het door en door wil kunnen.” Het is duidelijk dat Van Malderen een atleet is die constant streeft naar het hoogste en met de 1500m zijn sleutel tot succes heeft gevonden. Hoewel de keuze voor de 1500m in eerste instantie was ingegeven op basis van prestatie, is hij van de afstand gaan houden. “Zoals gisteren nog,” vertelt hij enthousiast. “Diamond League Meeting op de tv. Iedereen moet dan zijn mond houden en absoluut niks zeggen, ook Raika niet. Het volume gaat vol aan en dan is het voor mij echt drieënhalve minuut genieten.” Van Malderen probeert uit te leggen wat volgens hem de ‘schoonheid’ van de 1500m is. Die ligt volgens hem in de combinatie van verschillende aspecten, wat leidt tot een boeiend steekspel. “Je hebt tactiek nodig, uithoudingsvermogen, natuurlijk een eindsprint en niet te vergeten kracht. Die vier facetten maken dat alles samenkomt in dat nummer. En het mooie daarvan is dat iedere wedstrijd weer anders is. ‘You have to race the situation’, zei Craig Mottram eens. En dat leer je alleen door het veel te doen.” Olympische Spelen Voor het huidige seizoen had de 1500m-loper zijn focus nadrukkelijk op de Olympische Spelen gericht. Een doel waar hij met alle vertrouwen naar uitkeek. Van Malderen had de Spelen al lang op zijn netvlies en was ervan overtuigd er in Londen te staan. De TDR-atleet was zeer goed op weg, getuige een persoonlijk record van 3.37.13 twee jaar tevoren en aansluitend een sterk indoorseizoen. In de zomer van 2011 werd hij echter teruggeworpen, toen hij te kampen kreeg met de mazelen. Van Malderen zag zich gedwongen om zijn baanseizoen op een cruciaal moment te cancellen. “Ik stond op het punt om door te breken, aan te sluiten bij de wereldtop. Maar toen kwam die ziekte. Het was een klap, maar je kunt dan geen zelfmedelijden hebben. Je kunt enkel terugvechten. Er is geen andere optie als je de top wilt bereiken. Dat heb ik wel geleerd van Guido.” Zijn ambitie om de Spelen te halen is er zeker niet minder door geworden. Van Malderen richt zijn blik vooruit, zijn vizier gericht op de internationale toernooien. EK’s, WK’s, mogelijk de Spelen. “Ik weet dat ik het kan, Guido weet dat ik het kan en Raika weet het. Dat besef is voor mij voldoende, meer heb ik niet nodig. Het enige dat me te doen staat is nog gedisciplineerder en nog harder te werken,” vertelt hij vastberaden. “Ik stond op het punt om door te breken, maar toen kwam die ziekte. Het was een klap, maar je kunt dan geen zelfmedelijden hebben. Je kunt enkel terugvechten. Er is geen andere optie als je de top wilt bereiken.” Aan het einde van ons gesprek is duidelijk dat de grote toernooien een belangrijke drive vormen voor Van Malderen, de Olympische Spelen vooropgaand. Deelname aan de Spelen zal hem de voldoening kunnen geven tot de besten van de wereld te behoren. We komen terug op zijn ontmoeting met El Guerrouj, zoals hij het omschrijft zijn eerste aanraking met de 1500m. “In 2004 begon mijn carrière als serieuze atleet. Destijds geloofde ik El Guerrouj niet. Ik dacht dat hij dat vast tegen iedereen zei. Maar nu realiseer ik me dat het anders moet zijn geweest. Ik denk er nog vaak aan terug.” Een week na de ontmoeting kroonde El Guerrouj zich tot de dubbelkampioen (1500 en 5000m) van de Spelen van Athene. Van Malderen heeft eenzelfde droom: ook hij wil op het hoogste sportplatform ter wereld acteren. “Wanneer je bij de allerbesten wilt horen, dan is er maar één symbool dat ter bevestiging kan dienen: de Spelen. En daar ga ik alles voor doen.”
Lees verderNu begint het pas
Ilse Pol zet nieuwe stap bij Team Distance RunnersDatum Interview: najaar 2011Auteur: Alwin GroenJe zou haar een gelauwerd atlete kunnen noemen. Hoewel het aantal jaren dat ze met hardlopen bezig is anders doet vermoeden, bezit Ilse Pol een omvangrijke palmares. Zes NK-medailles, drie nationale titels, deelname aan de Europacup Landenteams en persoonlijk records van 32.34.46 (10.000 meter) en 15.53.04 (5000m); het is de tussenstand na zeven jaar investeren. Zeven jaar waarin ze veel gezien heeft en veel heeft meegemaakt. Toch ging er voor Pol een kleine wereld open bij Team Distance Runners, het loopteam waar ze zich vorig jaar aansloot. “Aan alle aspecten wordt hier gewerkt, er wordt echt naar de details gekeken. Ik heb gemerkt dat ik me nog op heel veel punten kan verbeteren.” Recreant De carrière van Pol start in het najaar van 2005. Als recreant loopt ze haar eerste kilometers met de plaatselijke hardloopgroep van Twello. Het was genieten voor Pol, die de sport destijds als hobby beoefende. “Ik ben altijd al sportief geweest,” vertelt ze. “Sport is een geweldig uitlaatklep voor me. Destijds zocht ik iets waar ik mijn energie in kwijt kon. Lopen bleek er perfect voor, ik beleefde er zoveel plezier aan.” De eerste weken loopt ze haar rondjes om de plaatselijke recreatieplas, maar al snel volt een wedstrijd. Een halve marathon gaat vrijwel ongetraind in 1.23. Het is een eerste signaal dat Pol talent heeft voor de loopsport. “Toch deed ik het puur voor het plezier. Met tijden was ik helemaal niet bezig.” De aard van Pol als fanatiek loopster uit zich echter al snel. In april 2006 gaat de atlete met haar loopgroep naar Barcelona, waar de marathon op het programma staat. Voor Pol staat deelname op de halve afstand gepland, gezien haar korte trainingservaring. Opgejut door haar trainingsgenoten besluit de Twellose die dag om de hele afstand te lopen. “De marathon, die kan ik wel aan,” zei ik. “En dus deed ik het ook.” Na 3 uur en 22 minuten bereikte ze de finish. Het typeert het karakter van de atlete: onbevangen, zoekend naar de grenzen. “Dat harde werken had ik voor het lopen al,” reageert ze. “Vroeger viel ik wel eens flauw, zoveel deed ik. Studie, werken, sport. En dan ook nog elke week uitgaan. Ik vond alles leuk.” Professioneel atlete Het leven als professioneel atlete is er ‘langzaam ingeslopen’, zoals ze het zelf vertelt. Onder leiding van Titus Mulder gaat Pol vanaf 2006 ieder jaar meer trainen. Haar tijden gaan zienderogen vooruit. Het resulteert in 2007 in twee medailles op nationale kampioenschappen, in 2008 volgt de eerste nationale titel. Ook in 2009 is ze de snelste van het land. Met de nationale titels op zak hikt Pol tegen de Europese top aan. In 2010 besluit ze een poging te wagen om zich te kwalificeren voor het Europees Kampioenschap op de 10.000m. Na een trainingsstage in het Mexicaanse San Luis Potosi, noteert Pol in de Verenigde Staten een tijd van 32.34.46. Niet voldoende voor kwalificatie, maar desondanks de negende tijd allertijden in Nederland. Het is de voorlopige sterkste prestatie in de prille, maar omvangrijke carrière van de atlete. Hoewel Pol haar sport op een compleet ander niveau beoefent dan vijf jaar geleden, is het plezier dat ze aan het lopen beleeft onveranderd. “Van elke training geniet ik zo onwijs. Er is eigenlijk bijna nooit een training waar ik geen plezier in heb.” Het is een houding die zich uit in alles wat ze doet. De manier waarop ze haar werk uitoefent, de wijze waarop ze in het leven staat en ook de houding waarmee ze haar wedstrijden benadert. “Ik ben nooit zo zenuwachtig voor een wedstrijd. Ik zeg gewoon tegen mezelf: “Lekker lopen, meer dan je best kun je toch niet doen.” Die onbevangenheid van het begin is er nog steeds, net als de gretigheid om te presteren. Ik hou ervan om grenzen te verleggen, wil er alles uithalen.” Voor Pol blijft het niet bij plezier alleen. Vanuit het plezier zet ze zichzelf aan tot presteren. En daarbij streeft ze hoge doelen na, internationale kampioenschappen vooropgaand. “Ik wil grote toernooien halen, mezelf hoge doelen stellen. EK’s, WK’s. En ik kijk met een schuin oog naar de Spelen. Ik ben ervan overtuigd dat het een vereiste is om hoge ambities te hebben. Zet je nergens op in, dan haal je sowieso niets. Doelen motiveren mij enorm. Met een specifiek doel voor ogen kan ik heel diep gaan.”Van Twello naar Castricum Om haar ambities te verwezenlijken nam Pol vorig jaar een grote stap. Ze verruilde haar woonplaats Twello gedeeltelijk voor het Noord-Hollandse Castricum. Daar sloot ze zich aan bij het Team Distance Runners (TDR), een hardloopteam waar ze atleten met soortgelijke motivatie enambities vond. Het was een weloverwogen keuze na een lastige periode onder leiding van haar voormalig trainer en ontdekker Titus Mulder. De overgang van het ene naar het andere dorp is haar goed bevallen. Pol verblijft momenteel drie dagen in de week in Castricum, de overige dagen is ze in Twello of bij haar vriend in Utrecht. “Het is hier ook zo mooi,” beschrijft ze Castricum. “Ik vind het altijd prachtig als ik hier de zeemeeuwen hoor. Iedere woensdag ga ik even naar de zee. Het lijkt elke keer of ik op trainingskamp ben.” In dat andere dorp –Twello - ligt haar basis. In het kleine plaatsje in het ‘Verre Oosten’ heeft ze veel contacten opgebouwd. “Iedereen kent me er. Het is heel grappig. In de supermarkt word ik altijd wel aangesproken. Het is een heel fijn dorp om te wonen. Ik ben dan ook blij dat ik nu in Castricum terecht ben gekokmen. Ik ben niet iemand die kan aarden in de stad.” Verbetering Na ruim een jaar trainen kan Pol concluderen dat ze bij TDR aan het juiste adres is. Het is vooral de aandacht voor details die haar aanspreekt; Pol heeft het idee dat ze nog veel vooruitgang kan boeken op specifieke aspecten. “Er wordt hier aan alle punten gewerkt om je beter te maken. En dat zijn niet alleen conditionele aspecten. Ik was bijvoorbeeld nog nooit bij een diëtist geweest. Nu analyseren we mijn voedingspatroon. Dat is het verschil dat TDR zo’n professioneel team maakt.” Het kwam als een kleine verrassing voor Pol, die zich realiseerde dat er nog veel ruimte voor verbetering is. “Ik word een stuk professioneler. De grootste winst zit in het sterker maken van mijn lichaam. Ik doe nu krachttraining om mijn lichaam sterker te maken. Dat gaat goed: mijn blessures zijn verdwenen en het voelt krachtiger.” Naast de aandacht die wordt geschonken aan de details, zijn er andere aspecten van het TDR-team die Pol een meerwaarde bieden. “In Twello trainde ik veel alleen. Dat is prima. Of ik nu in een groep loop of zelf een lange duurloop doe, ik geniet er evenveel van. Maar met een groep kun je zoveel verder komen. Je kunt altijd wel dingen met anderen combineren. Je leert van de mensen om je heen, je deelt je passie voor het lopen en het stimuleert je geweldig om je grenzen te verleggen. Het is de topsportsfeer.” Onder de hoede van TDR slaat ze een nieuwe weg in, op naar de internationale toernooien. “Er wordt hier met me meegedacht hoe ik het beste mijn leven kan inrichten. De combinatie van het trainen met gepassioneerde atleten gecombineerd met de begeleiding op de details geeft voor mij de doorslag. Bij TDR voelt het echt alsof je samen naar een doel toewerkt, samen doen we er alles aan om zo goed mogelijk te presteren.” Marathon Die doelen liggen voor Pol op de langere afstanden. De tien kilometer, de halve marathon. Maar stiekem kijkt ze nog wel het meest uit naar de marathon. “Hoe langer de afstand, hoe gaver ik het vind. De marathon heeft alles in zich. Je ziet bij je trainingsgenoten hoe mooi het is om naar zo’n wedstrijd toe te werken. En je doet ook wel eens een trainingen in aanloop naar de marathon met hen mee. Dan merk ik dat die trainingen me trekken. Ik heb zo’n gevoel dat het mijn ding is. Ik ben bovendien een trainingsbeest, hou van veel trainen. Ook niet onbelangrijk als je aan de klassieke afstand begint,” lacht ze. “Maar er is nog veel werk aan de winkel,” schakelt ze direct weer over op een meer serieuze toon. “moet vooral sterker en sneller worden. Via krachttraining werken we daaraan. En om sneller te worden heb ik vorig seizoen een groot aantal kortere baanwedstrijden gelopen. Ik weet nu dat er nog zoveel punten zijn waarop ik me kan verbeteren. Bij TDR zijn mijn ogen geopend.”
Lees verderZilver voor Ronald Schröer op NK Halve Marathon
VENLO – Op een zonovergoten zondag in maart werd in een sfeervol Venlo het Nederlands Kampioenschap halve marathon gehouden. In en om het centrum van de Limburgse stad werden de lopers toegejuicht door maar liefst 100.000 man publiek. De deelname aan het Nederlands Kampioenschap was helaas enigszins verzwakt doordat bepaalde atleten andere keuzes in hun programma hadden gemaakt. Zo ontbrak bij de vrouwen Miranda Boonstra en lieten bij de heren onder andere Michel Butter, Koen Raymaekers, Khalid Choukoud, Abdi Nageeye en Jesper van der Wielen verstek gaan. Daarnaast waren er enkele afzeggingen, waardoor het veld wat uitgedund was. Strijd bij de vrouwen Bij de dames vormde zich op het Nederlands Kampioenschap een spannende strijd tussen Andrea Deelstra, Ruth van der Meijden, Stefanie Bouma en Heleen Plaatzer. Die strijd werd uiteindelijk in het voordeel beslist door Deelstra, die duidelijk haar talent voor de langere afstand weet te etaleren. Ze werd derde in het totaalveld in een tijd van 1.13.47 en pakte daarmee het NK-goud. Ruth van der Meijden werd tweede op het NK (1.13.57), terwijl het brons voor Heleen Plaatzer was (1.15.40). TDR-atlete Inge de Jong, die in voorbereiding is voor de marathon van Utrecht op 9 april, benaderde de wedstrijd voorzichtig. Ze finishte in 1.21.04 (9e Nederlandse) en was daarmee redelijk tevreden. “Ik was zo’n 40 seconden sneller dan 2 weken geleden in de CPC-loop. De parcoursverkenning van vorige week - die ik als belangrijke test liep - en de wedstrijd van vandaag, zullen een goede indicatie zijn voor mijn marathon over twee weken. In deze fase is het belangrijk geen risico’s te lopen. De mooiste periode gaat nu aanbreken, ik heb zin in Utrecht!” De tijd vandaag was eveneens goed voor een bronzen medaille op het NK Masters. Zilver voor Schröer Bij de heren ging de titel zoals verwacht werd naar favoriet en thuisloper Patrick Stitzinger. Hij won het goud in 1.03.28, goed voor een vierde plek overall. Het is voor Stitzinger zijn derde NK-titel op de halve marathon. Achter de Limburger speelde zich een mooie strijd af. Dennis Licht en Ronald Schröer openden hard en liepen in de groep van Stitzinger. Licht hield het langer vol dan Schroër, die net iets te lang in het rood liep. “Ik moest echt wel twee tandjes terugschakelen om weer uit het rood te komen,” aldus de Castricummer. Schröer verloor hierdoor veel tijd en de marge met Licht werd tot 45 seconden uitgebouwd. Toen Licht moest lossen uit de groep, viel deze echter ver terug. Schröer zag zijn kans schoon en haalde Licht bij. Met een sterke slotfase wist hij het zilver zeker te stellen in een tijd van 1.05.46. Een sterk lopende Marco Gielen, die wat rustiger was gestart, kon nog dicht bij de TDR-atleet komen (1.05.56). Licht finishte in 1.06.38. Schröer: “Ik ben erg blij met het zilver, niet zo erg met de tijd. Maar daar maal ik niet om. Het gaat hier om de medailles.” De atleet loopt dit voorjaar geen marathon en verheugt zich op een mooi baanseizoen. Coach Guido Hartensveld: “Het zat al langer in de planning om eens een volledig baanseizoen te gaan draaien. Dat gaat niet als je een voorjaarsmarathon doet. Ronald is erop gebrand om zijn 3000m, 5000m en 10.000m-tijden aan te scherpen”. Drie andere TDR-atleten hadden een mooie onderlinge strijd. Wesley Pauel startte van de drie het hardst maar had in de eindfase het minste over. Hij eindigde in 1.09.59. Pip Tesselaar en Christian de Lie, beiden in voorbereiding op de marathon van Rotterdam, finishten respectievelijk in 1.09.44 en 1.09.49. Beiden haalden in hun leeftijdscategorie een bronzen medaille. Zandvoort Circuit Run Ditzelfde weekend werd in Zandvoort de Circuit Run gelopen. In het kader van het Connected Running project liepen veel werknemers en relaties van PwC (hoofdsponsor van TDR) mee. Omdat ook Le Champion - organisator van het evenement - sponsor is van TDR, was dit een goede dag voor de TDR-atleten om op verschillende afstanden te starten en samen met de PwC-ers de mooie ambiance te beleven. Ook de jonge atleten van het Regionale Running Project liepen vandaag mee. Beste TDR’er was Kristof van Malderen die de 12km in 37.38 liep. Helen Hofstede liep over deze afstand 42.38 en werd daarmee vierde overall en eerste Nederlandse. Op de 5km ging de winst naar Nils Pennekamp (15.40).
Lees verderDe magie van de marathon
Dekkers en Butter in gesprek over de klassieke afstand Datum interview: najaar 2011 Auteur: Alwin Groen De één heeft er al elf opzitten, de ander is pas begonnen. De één is een ervaren rot in het vak, de ander een opkomend talent. De één staat bekend om zijn weerbaarheid, de ander om zijn bravoure. Gezamenlijk delen ze de passie voor de klassieke afstand: Rens Dekkers en Michel Butter in gesprek over de marathon. Over de beleving van de ‘42 kilometer’, de weg ernaartoe, de omgang met winst en verlies en de keuze voor een langdurige carrière. “De Erasmusbrug!” reageert Michel Butter direct als de afbeelding op tafel verschijnt. “Dit moet toch Rotterdam zijn?” Al snel corrigeert zijn meer ervaren collega Rens Dekkers hem. “Nee, dit is Rotterdam niet. Dit is de Verrazano-Narrows Bridge, het begin van de New York Marathon.” Dekkers heeft het bij het rechte eind. De afbeelding toont een kijkje in het verleden van de New York Marathon, hoogstwaarschijnlijk de jaren ’90. We zien atleten in tenues van destijds populaire merken als Puma en Saucony en - opvallend genoeg – een blanke atleet op kop. Een totaal ander beeld dan de marathons vandaag de dag, die gedomineerd worden door Afrikanen. Wie weet kan ik Rens en Michel met deze afbeelding inspireren, zodat ze ervoor zorgen dat zij ooit die blanke atleet in de kopgroep worden. Ik heb de afbeelding uitgekozen om de gedachten van de mannen te prikkelen. Wat denken ze als ze dit boeiende plaatje zien? Wat is volgens hen ‘de marathon’?Magische afstand "De marathon, dat is een magische afstand,” neemt Michel het woord. “Niet magisch omdat het een onmenselijke afstand is, maar magisch omdat er zoveel gebeurt. De man met de hamer, de strijd onderweg, de juiste drank en voeding, onverwachte versnellingen. Geen afstand zo complex als de marathon.” Wanneer hij het erover heeft worden zijn ogen groter. Zijn handen gebruikt hij om met gebaren zijn woorden kracht bij te zetten. “Het interessante is dat je het bovendien goed kunt trainen. De marathon is dan wel complex, maar wanneer je je goed voorbereidt en alle facetten goed op elkaar afstemt, kun je het onder de knie krijgen. Je moet een optimale vet- en koolhydratenverbranding zien te creëren. De kunst om dat ideaal te doen, maakt de marathon zo bijzonder. Dat boeit me enorm. Je hebt slechts twee kansen in het jaar en zie dan maar het beste in jezelf naar boven te halen. “Anders dan Michel is het voor mij echt bij een beeld als dit begonnen,” vertelt Rens. “Als klein jongetje keek ik op tv naar de Rotterdam Marathon. Je zag een hele groep met lopers door de straten gaan, waarvan er slechts één kon winnen. Dat vond ik heel bijzonder. Ik kan me nog herinneren dat Van Vlaanderen daar liep en je had de Spanjaard Roncero, die daar voor het wereldrecord ging. Ik vond dat zó mooi, ik wilde ook ooit die marathon lopen. Mijn eerste jaren in voorbereiding op de klassieke afstand stonden dan ook in het teken van de droom, de beleving. Michel heeft het bij zijn tweede marathon al over energiesystemen en het zo goed mogelijk afstemmen van alle facetten. Ik was allang blij als ik ‘m uit zou lopen,” lacht hij. “En dat lukte me ook niet direct. De eerste keer raakte ik geblesseerd. Maar uiteindelijk is het heel goed gegaan.” In zijn eerste geslaagde poging noteerde Dekkers een tijd van 2.25.14 (Rotterdam, 2006). Daarna ontwikkelde hij zich aanzienlijk, met als hoogtepunt een 13e plaats op het EK Atletiek in 2010 Barcelona. "Craig Mottram is eens 14e geworden op een WK Cross. Buiten jij en ik zegt dat niemand wat" Onderdeel met kansen “De marathon is een onderdeel met kansen,” gaat Dekkers verder. “Kijk, Craig Mottram is ooit eens 14e geworden op een WK Cross. 14e tussen al dat Afrikaanse geweld, dat is natuurlijk een geweldige prestatie. Onwijs goed. Maar buiten jij en ik, degenen die zich er echt in verdiepen, zegt dat niemand wat. De marathon is een onderdeel waar meer kansen liggen.” Butter: “Inderdaad. En juist doordat je al die facetten en energiesystemen zo goed op elkaar moet afstemmen en onder controle moet krijgen, kun je wat bijzonders laten zien. Dat levert verrassende winnaars op. Bijzondere mensen, die gefocust en gedetailleerd hun leven op de marathon kunnen afstemmen. Kijk naar een Viktor Röthlin (Europees Kampioen Marathon 2010, Brons WK Marathon 2007, Winnaar Tokio Marathon 2008, red.) of een Stefano Baldini (Olympisch Kampioen 2004, tweevoudig Europees Kampioen Marathon 1998 & 2006, tweemaal Brons WK Marathon 2001 & 2003, red.) De prestatie van Rens op de EK in Barcelona is daar ook zo’n verrassend voorbeeld van.” Butter praat erover alsof hij de marathon al door en door kent. En dat terwijl hij pas aan het begin van zijn carrière staat. Kon hij zich er überhaupt wat bij voorstellen toen hij nog ‘baanatleet’ was? “Ja, zeker wel,” antwoordt hij. “Vaak combineerde ik een aantal trainingen met de marathonjongens aan het einde van het baanseizoen. Ik weet nog dat ik het daar af en toe best lastig mee had. Het tempo kon ik aan het begin van de training makkelijk aan, maar naar het einde raakte ik leeg. Ik vond het bijzonder hoe mannen als Lauret zo lang door konden gaan op dat tempo.” Dat gegeven leverde in eerste instantie verbazing op bij Butter, die als meervoudig Nederlands kampioen één van de snelste lopers van het land was. Juist toen moest hij passen en het onderspit delven bij zijn trainingsgenoten. “’Hoe kan dat toch?’, dacht ik. ‘Ik kan die gasten niet eens bijhouden.’ Als ik er nu op terugkijk was ik ongeduldig. Ik kon me er nog geen voorstelling bij maken hoe het was om een marathon te lopen. Gaandeweg leerde ik ermee omgaan. In mijn eerste serieuze marathonvoorbereiding merkte ik dat die lange duurlopen steeds makkelijker gingen aanvoelen. Wanneer je ze vaker doet, gaat je lichaam zich eraan aanpassen.” Dekkers: “Michel en ik trainden eigenlijk nooit samen. Op afstanden als de 10km en de halve marathon hield ik hem simpelweg niet bij. Maar het leuke is dat we in voorbereiding op de marathon ineens trainingspartners werden.” “’Hoe kan dat toch?’, dacht ik. Als ik er nu op terugkijk was ik ongeduldig. Ik kon me er nog geen voorstelling bij maken hoe het was om een marathon te lopen” Leven als een marathonloper Heeft Dekkers zijn trainingsmaat daarin ook zien veranderen? Is Butter een ander soort atleet geworden sinds hij is overgestapt op de marathon? “Ja, die verandering heb ik zeker gemerkt. Als ik aan de ‘vroegere Michel’ denk, dan zie ik dat fanatieke jongetje met blonde stekels voor me, die bij zijn debuut in Egmond brutaal met de kopgroep meeging. Hij deed alles met bravoure, niet hard getraind was voor hem niet goed getraind. Daarin heeft hij wel een omschakeling moeten maken. Als marathonloper moet je verder kunnen denken dan de training van vandaag, ik denk zelfs tot drie weken verder. Michel is heel leergierig en heeft die vertaling kunnen maken.” Butter onderbreekt hem. “Maar als Rens en Ronald er niet waren, was het anders geweest. Guido zei: ‘Train eerst maar eens met Rens en Ronald mee, probeer eerst dat maar eens aan te kunnen.’ Het was heel fijn om op die manier te leren. Door met de jongens te trainen, maar vooral ook over de marathon te praten. Ik denk dat ik ze in het begin wel de oren van de kop heb geluld. Maar ik heb zoveel kennis van ze meegekregen. Na een tijdje ga je die zaken ook signaleren in je eigen trainingen. Ik ben mezelf ook niet tegengekomen daardoor.” Butter is zijn trainingsmaten nog eeuwig dankbaar. “Maar vergeet niet dat er heel veel jongens zijn die die vertaling niet kunnen maken,” reageert Dekkers. “Er zijn er genoeg die na 35km stuk komen te zitten en voor wie de marathon altijd ‘een mysterie’ zal blijven.” “Maar toch,” neemt Butter opnieuw het woord, “je ziet juist bij Rens en Ronald dat het gewoon kan. De marathon is beheersbaar. Je kunt het ‘mysterie’ al oplossen in de voorbereiding, door goed te trainen. Toch zal ik zelf pas na enkele marathons kunnen zeggen of ik die vertaling ook kan maken. Ik sta pas aan het begin. Winst en verlies Ik leg een nieuwe foto op tafel. We zien links op de afbeelding Rens juichend op de finish in Barcelona afstormen, op weg naar een topklassering op het EK. Rechts ernaast een beeld van Ronald Schröer, die moegestreden de finish passeert op een teleurstellende 37e plaats. De marathon kent zowel winnaars als verliezers. Hoe gaan de mannen hiermee om? Dekkers: “Dat was een heel bijzonder, maar vreemd moment, het EK in Barcelona. We (Dekkers en Schröer, red.) hadden in de voorbereiding allebei heel sterk getraind en waren ervan overtuigd dat we allebei onwijs goed zouden gaan presteren. Dat was voorheen altijd zo geweest. Na een topvoorbereiding noteerden we meestal beiden een persoonlijk record en bij de Rotterdam Marathon in 2010 kwalificeerden we ons beiden voor het EK. Maar in Barcelona was het anders. Ik liep heel sterk, terwijl Ronald met lege handen stond. Heel bizar hoe dicht dat bij elkaar ligt. Anders dan veel mensen waarschijnlijk dachten, was ons niveauverschil destijds heel klein. Toch wisten we dat in de marathon een hoop mogelijk is. Van tevoren hebben we tegen elkaar gezegd: ‘er kan van alles gebeuren, maar ze moeten ons van het parcours trekken om die finish niet te halen.” Het Europees Kampioenschap was voor Dekkers een bijzonder moment. In Barcelona steeg hij boven zichzelf uit. Maar dat niet alleen, ook zag hij van dichtbij hoe hard verlies kan aankomen bij teamgenoten. Iets dat ook Butter meemaakte, tijdens de marathon van Utrecht. “De voorbereiding ernaartoe en het moment van de marathon zelf zijn beiden heel bijzonder,” aldus Butter. “Je gaat echt totaal op in dat moment. En daarbij komt ook de strijd naar boven. Toen Ronald moest lossen tijdens de marathon van Utrecht was ik blij. Het voelde goed om een concurrent voor de overwinning kwijt te raken. Uiteindelijk won ik en mocht ik het ereschavot betreden. Terwijl ik daar stond, zag ik Ronald - minuten later - als 6e binnenkomen. We hadden in ons hoofd om met z’n drieën een stunt te flikken, door een volledig TDR-podium te vullen. Ik was de nummer 1, Rens de nummer 3 (derde Nederlander, red.) maar voor Ronald was het totaal niet wat hij ervan verwacht had. Dat was heel lastig. ‘Kom op Ronnie, oké jongen!’ probeerde ik hem tevergeefs nog aan te moedigen terwijl ik daar stond. Ik voelde de blijdschap voor Rens, maar voelde ook medelijden met Ronald. ‘Shit, ik moet hem maar even bellen om hem een hart onder de riem te steken,’ dacht ik die avond. Na een 10km had ik dat gevoel nooit. Op de marathon worden die zaken toch uitvergroot. Het is intenser, je beleeft zoveel meer samen." Weerbaarheid Dekkers vertelt dat dergelijke momenten hem door de jaren heen gesterkt hebben. Door jaar in jaar uit door zijn trainingsmaten uitgedaagd te worden, heeft hij een schild van weerbaarheid om zich heen gevormd. Een wapen dat hem in grote mate helpt bij zijn marathonavontuur. “Ik ben door de jaren heen gewend geraakt aan die strijd,” aldus Dekkers. “Met de kwalificatie voor de EK in Barcelona moesten we vechten voor een beperkt aantal tickets. Door elke dag met sterke jongens te trainen heb ik geleerd om te strijden. Dan liep je op trainingskamp tweeënhalf uur op hoogte en werd je na een uur gelost door je trainingsmaten. Zie de training dan maar op een goede manier af te maken.” Butter: “Dat herken ik sterk bij Rens. De kracht van Rens is om bij jezelf te blijven. Hij is het gewend om te moeten lossen en weet dan als geen ander om hard door te blijven lopen. Dat is een sterke eigenschap.” “Er liggen zeker wel kansen op de marathon. En in Europa gaan we steeds meer van die kansen krijgen” De zoektocht naar verbetering Ik leg de foto van de Verrazano-Narrows Bridge opnieuw op tafel. Ik wijs Rens en Michel op de blanke atleet in de kopgroep. Wat gaan de mannen doen om zich te verbeteren, om die symbolische blanke atleet in de kopgroep te worden? “Haha, dat is voor mij wat te hoog gegrepen, bij de start direct in de kopgroep van New York,” lacht Dekkers. “Maar er liggen zeker wel kansen op de marathon. Een 13e plaats op het EK had ik zelf niet voor mogelijk gehouden. En in Europa gaan we steeds meer van die kansen krijgen.” Dekkers ziet duidelijk mogelijkheden. “Wil je een succesvolle marathoncarrière, dan dien je 15 tot 20 jaar te investeren. Als je dat doet, dan kun je boven komen drijven. Dat investeren wordt steeds lastiger in Europa, met zoveel maatschappelijke kansen en alternatieven. Ik kies ervoor om de uitdaging op de marathon aan te gaan. Ik ben dan misschien niet die atleet die in de kopgroep loopt, maar door dag in dag uit te blijven investeren denk ik wel dat ik de man met de lange adem ben die alle terugvallers op deze foto inhaalt,” grijnst hij. “Op de marathon liggen de kansen voor mij en die wil ik graag aanpakken. de Amerikaanse marathons zijn ideaal om die strijd op te zoeken. Neem New York, een machtig mooie marathon. Het is geweldig om daar te strijden voor een plek in de top-20.” “Absoluut,” vult Butter hem aan. “Of Chicago of Boston. Die Amerikaanse marathons zijn prachtig. De vierde plaats van Martin Lauret in Chicago is ook zeker een inspiratie geweest.” Wat denkt Butter van de uitspraken van zijn collega? Wanneer Dekkers zegt dat zijn trainingsgenoot nog zeker 15 jaar te gaan heeft, ziet Butter zichzelf dan als ‘beginner’ op de marathon? “Daar heb ik wel een mooie anekdote over,” lacht Butter. “Laatst werd me voor mijn opleiding gevraagd om mijn cv op te sturen. Dan heb ik studie gehad en kom ik bij ‘werkervaring.’ Ik zat erover te twijfelen, maar ik heb toch maar ‘langeafstandsloper’ neergezet. ‘Marathonloper’ kan ik van mezelf nog niet noteren. Ik denk dat ik simpelweg nog veel meer marathons moet lopen om me echt een marathonloper te kunnen noemen. Ik heb nu pas twee keer echt kilometers gemaakt in de voorbereiding. Dat moet ik nog heel wat keren herhalen. En als marathonloper moet je telkens opnieuw die voorbereiding aankunnen. Het zal moeten blijken of me dat lukt.” Jezelf onderscheiden Wanneer ik Rens en Michel erover hoor vertellen, lijkt de marathon helemaal niet zo ingewikkeld meer. Dag in dag uit trainen, jarenlang investeren en belastbaar blijven; dat lijkt de clue. Is het simpelweg trainen dat je een succesvol marathonloper maakt? Ik geloof het eerlijk gezegd niet. Wat maakt Rens en Michel nu onderscheidend, dat zij momenteel al harder lopen dan vele anderen en in de toekomst tot de marathontop zullen gaan behoren? “Juist dat trainen is al onderscheidend,” zegt Michel stellig. “Je moet blijven investeren en iedere dag scherp zijn. Ik denk dat ik daarin ben gegroeid. Wanneer ik vroeger een blessure had, raakte ik heel snel teleurgesteld. Ik geloofde niet in alternatieve training, dacht dat dat weinig zin had. Maar als ik nu een paar weken niet kan hardlopen, train ik als een beest alternatief. Je mag daar niet in verslappen, want bij de marathon telt elke dag. Iedere 24 uur kun je investeren en beter worden.” Rens en Michel zijn ertoe bereid elke dag vol aan te grijpen om hun dromen op de klassieke afstand te verwezenlijken. Ze denken daarmee het verschil te maken in Europa dat, zoals ze eerder al vertelden, ‘vol is van maatschappelijke mogelijkheden’. Butter: “We leven in een steeds snellere wereld, in een maatschappij die ons steeds meer keuzes en mogelijkheden voorschotelt. ‘Welke gek gaat er nou 15 jaar in de marathon investeren, waar je de eerste jaren geen flikker mee bereikt?’ Je kan ook voor een universitaire opleiding en een mooie baan gaan. Dat heb je al na 5 jaar. Waarom zou je dan minstens 10 jaar investeren in de marathon? De keuzes worden steeds lastiger.” “Welke gek gaat er nou 15 jaar in de marathon investeren, waar je de eerste jaren geen flikker mee bereikt?” Investeren in de marathon Een interessante stelling die Michel hier neerzet. Waarom zou je eigenlijk investeren in de marathon? Ik heb zelf inderdaad voor die maatschappelijke carrière gekozen. Maar laat ik de bal terugkaatsen. Wat maakt het dat Rens en Michel voor de marathon zijn gegaan? “De passie die ik voor de marathon heb,” vertelt Rens. Butter: “Die passie komt van binnenuit en zit heel diep.” Dekkers: Maar ook mijn omgeving heeft een grote rol gespeeld, de ‘opvoeding’ vanuit TDR. Guido heeft daarin een belangrijke functie. Hij is degene die bij mij die droom aanwakkert.” Butter: “Als geen ander slaagt Guido erin om je scherp te houden door je een spiegel voor te houden. Hij zet de boel op scherp en laat je beseffen dat je eigenlijk geen dag mag verliezen. Het maakt ons uniek dat wij ons realiseren dat je langdurig – over die totale 15 jaar – dient te investeren. Het onderscheidt ons. En vanuit die basis kun je heel wat bereiken, zoals de Amerikanen nu laten zien.Ik geloof in die langdurige carrière en ben ervan overtuigd dat ik het talent heb om heel goed te worden. Maar het komt zo nauw aan. Je moet in alles wat je doet de juiste keuzes maken om de beste afstemming te vinden. Maar dat niet alleen. Kijk ook eens hoe de manier van lopen de afgelopen vijf jaar is veranderd. Vroeger hield men zich in de eerste helft van de marathon gedeisd, maar nu heb je snelle starts, tempowisselingen, 5km-splits van 14’ laag tussendoor. Het wordt steeds harder en tactischer.” Dekkers: “In Kenia hebben we zelf gezien hoeveel man daar iedere dag serieus met de marathon aan de slag gaat. Hardlopen is een wereldsport. We moeten over de grenzen heen kijken. Hoevelen ter wereld trekken ’s ochtends niet de loopschoenen aan? Dat zullen er vast heel wat meer zijn dan er ’s ochtends de schaatsen ombinden!”
Lees verderButter op koers voor Boston
Ook pr’s voor Schröer en Tesselaar DEN HAAG - Michel Butter heeft vandaag een nieuw persoonlijk record genoteerd op de halve marathon. Onder een stralende lentezon legde hij de City-Pier-City-loop (CPC-loop) af in een tijd van 1.02.32. Ook Ronald Schröer en Pip Tesselaar liepen sneller dan zij ooit eerder deden. De organisatie van de CPC-loop had zich een tijd onder de 59 minuten ten doel gesteld, met daarnaast een zo groot mogelijk aantal atleten dat onder de magische grens van het uur zou duiken. Al vroeg in de wedstrijd vormde zich dan ook grote kopgroep van zo’n vijftien man sterk die naar een doorkomsttijd van 27.45 streefden. Michel Butter maakte de juiste inschatting door niet mee te gaan in dit geweld. Butter: “Ik wilde vandaag dolgraag die 62’er lopen, een tijd die bij mijn huidige niveau hoort.” In Koen Raymaekers en de Fransman Denis Mayaud (met een PR van 62.06) vond hij twee gelijkgestemden waarmee hij het achtervolgende groepje vormde. Al snel bleek echter dat de in Castricum woonachtige atleet vandaag de sterkste van het stel was. Butter snelt naar persoonlijk record Raymaekers gaf aan niet over de juiste benen te beschikken terwijl ook de Fransman geen sterke indruk maakte. Butter: “Telkens als ik me wat liet terugzakken merkte ik dat het tempo omlaag ging en ik de mogelijk had wat te herstellen. Ik besloot zo lang mogelijk te wachten, maar toen ik de tussentijd na 15 kilometer zag ben ik gaan versnellen.” De TDR-atleet wist snel een groot gat te slaan en legde de volgende vijf kilometer af in een razendsnelle 14.29. Uiteindelijk wist hij als 13e de meet te bereiken in een nieuw persoonlijk record van 1.02.32. “Ik ben hier natuurlijk erg blij mee. Alles verloopt volgens plan en het is fijn om dat nu ook tijdens een wedstrijd bevestigd te zien. Met het oog op Boston ben ik vooral tevreden over het feit dat ik in de tweede helft zo hard kon doorlopen.” Boston Marathon Butter zal komende vrijdag samen met teamgenoot Rens Dekkers naar Mexico vertrekken. In het op 2000 meter hoogte gelegen San Luis Potosi zal hij zich verder voorbereiden op de Boston Marathon. Coach Guido Hartensveld: “De reden dat we voor deze locatie hebben gekozen is dat het een plek is die we goed kennen en dat de heuvels in Boston hier goed na te bootsen zijn. Daarnaast levert het een gunstig reisschema op voor Michel, die van daaruit zonder veel tijdverschil door kan vliegen naar Boston.” De marathon van Boston zal op 16 april gelopen worden. Om deelname aan de Olympische spelen af te dwingen zal Butter zich in de geschoonde top-8 moeten nestelen (drie atleten per nationaliteit) en daarnaast een tijd onder de 2.12 dienen te realiseren. Ook Schröer noteert pr Achter de groep Butter vormde zich een prachtige groep met onder andere de Noord-Hollanders Ronald Schröer en Tom Wiggers en daarnaast een aantal Scandinaviërs en Britten die zich een 63’er ten doel hadden gesteld. Zowel Wiggers als Schröer maakten aanvankelijk een sterke indruk, maar al snel kreeg eerstgenoemde te maken met maagproblemen en moest de groep laten gaan. Ook Schröer kreeg last van de ingewanden, maar in tegenstelling tot Wiggers kon hij wel doorlopen. Hij finishte knap als derde Nederlander achter Butter en Raymaekers, en verbeterde en passant zijn pr met tien seconden tot 1.04.23. Schröer: ”Het was een mooie groep en ik wist dat ik ook dit jaar weer een stapje heb gemaakt. De omstandigheden waren perfect en stiekem hoopte ik nog op een 63’er. Ik wilde me wat sparen in het eerste deel om dan op de terugweg extra over te hebben, maar telkens als ik aan wilde zette speelden mijn darmen op, waardoor ik de laatste kilometers niet alles heb kunnen geven. Anders was het trouwens evengoed lastig geworden om onder de 64 minuten te duiken.” Tesselaar boekt progressie Spectaculair was de progressie die Pip Tesselaar wist te boeken. Hij verbeterde zijn pr met maar liefst zevenendertig seconden tot 1.08.08. “Machtig mooi dit”, aldus de 42-jarige Tesselaar. “Mensen vragen me steeds wanneer het minder wordt, maar bij mij gaat het na al die jaren alleen maar sneller. Dat moet ook wel, want ik heb nog grootse plannen op de marathon!” Sinds de Freesiakweker zich aan de marathon waagt blijkt ook op de kortere afstanden de rek er nog niet uit. Tesselaar versloeg onder andere teamgenoot Christian de Lie, die een degelijke 1.08.46 noteerde. Beide mannen zijn in training voor de marathon van Rotterdam. Rens Dekkers kende een off-day. De 30-jarige atleet passeerde na 15.30 het vijf kilometerpunt, kwam 31.40 door op de tien kilometer, maar kreeg kort daarna eveneens met maagproblemen te maken en moest de strijd staken. Dekkers: “Dit is natuurlijk enorm balen, maar voor de rest is er geen man overboord. De trainingen gaan uitstekend en ik kijk uit naar de Rotterdam Marathon.” De Jong matig Inge de Jong noteerde een matige 1.21.44, waarmee ze aantoonde nog lang niet terug te zijn op haar oude niveau. Desondanks verschijnt zij over vier weken aan de start van de Utrecht marathon, wat haar eerste marathon in twee jaar zal worden.
Lees verderNK Indoor Dag 2: TDR huiswaarts met zes medailles
APELDOORN - Vandaag vond de tweede dag plaats van het Nederlands Kampioenschap Indooratletiek. Team Distance Runners (TDR) was naar Apeldoorn afgereisd met het doel om vijf medailles te behalen. Na de eerste dag lagen de medaillekandidaten van TDR goed op schema. Het doel van vijf medailles werd uiteindelijk ruimschoots gehaald. De oogst: zes medailles. Tweemaal brons op de 400 meter Lisanne de Witte wist het beste voor het laatst te bewaren. Vooraf was duidelijk dat Madiea Ghafoor en Marit Dopheide de favorieten waren voor goud en zilver. Het plan van De Witte was om het gat na één ronde zo klein mogelijk te laten en met een snelle laatste ronde te zien wat er mogelijk was. "Ik wilde dolgraag een 54'er lopen én een medaille halen, ik voelde dat het erin zat," aldus de Trias-atlete. De Witte wist de bronzen medaille te behalen in een tijd van 54.73, achter Ghafoor en Dopheide. Hiermee laat de 400-meterspecialiste zien progressie te hebben geboekt ten opzichte van vorig jaar, toen zij indoor tot een tijd van 57.36 kwam. Eerder dit seizoen kwam De Witte al tot 55.49 in Gent. "Dit is meer dan verdiend, Lisanne heeft keihard gewerkt de laatste maanden. Hier is te zien waar dat toe kan leiden. Ze weet hier haar outdoor-pr van 54.59 dicht te naderen, erg goed," aldus coach Ton Baltus. In tegenstelling tot De Witte is Bjorn Blauwhof nog niet bezig aan een sterk indoorseizoen. Toch liet de 400-meterloper gisteren in de halve finale met zijn snelste seizoenstijd zien de stijgende lijn weer opgepakt te hebben. In de andere halve finale liepen echter drie atleten een 47'er en zij waren daarmee fors sneller dan Blauwhof. Op papier moest de Phanos-atleet dus van goeden huize komen om in de prijzen te vallen. Blauwhof wist echter goed te profiteren van een off-day van Joeri Moerman. "Ik had hem in de eerste bocht al te pakken. Heel vreemd, want dat gebeurt normaal nooit," aldus de nummer twee van vorig jaar. Blauwhof bleek niet opgewassen tegen de ontketende Spillekom en El Rhalfoui, maar werd derde in zijn snelste indoortijd van dit seizoen: 48.17. "Ik ben heel blij met deze bronzen plak. Nu aan de bak voor het outdoorseizoen," aldus Blauwhof. Pennekamp zilver, Kruiver net buiten de prijzen Manon Kruiver liep een sterke finale bij de 800m voor dames. Kruiver liep tactisch sterk en bereikte de finish na 2.11.00. De atlete van AV Nova zag echter met vijf honderdsten het brons aan haar neus voorbij gaan. Bij het uitkomen van de laatste bocht leek Kruiver met haar gebruikelijke eindsprint het brons naar zich toe te trekken. Haar versnelling was vandaag echter net niet genoeg om in de prijzen te vallen. "Ik kon echt niet meer op m'n benen staan, ik heb alles gegeven. 2.11 is een mooie indoortijd," aldus Kruiver. Bij de 800 meter voor mannen was er een grote verrassing. Thijmen Kupers zorgde oor een sensatie door de winst te grijpen in een toptijd. Het was niet zozeer het feit dat hij de titel wist te winnen, maar meer de manier waarop. Kupers finishte in 1.48.71 op overtuigende wijze. "Vorige week liep Thijmen al 1.50 en was hij sneller dan Nils," aldus Guido Hartensveld. "Ook in de series dit weekend was hij sterk en ging hij gemakkelijk door naar de finale. We hadden dus wel rekening met hem gehouden. Het plan was dat Nils solo naar 1.49 zou lopen, zodat er weinig atleten mee zouden kunnen. Je moet dan van goeden huize komen om eroverheen te gaan." Pennekamp voerde zijn strijdplan goed uit en trok het veld kapot, maar op Kupers stond vandaag geen maat. "Ik had niet verwacht dat hij erlangs zou komen, dat kost me vandaag een 1.49'er. Thijmen is de terechte kampioen. Dergelijke talenten staan af en toe op en we hebben er vandaag een mooi race van gemaakt. Op deze manier heb ik er vrede mee," sprak Pennekamp. Mark Nouws pakt het zilver In de finale over 1500 meter maakte Mark Nouws er een spannende race van. De atleet van THOR liep op 800 meter van de eindstreep op de vierde plek. Toen de bel voor de laatste ronde klonk leek Nouws, nog steeds lopend op de vierde plek, in de problemen. "Ik zat verrot in de laatste 200 meter, maar ik moest van mezelf gaan voor een medaille," aldus Nouws. Hij weet nog één keer alles te geven en passeert in de laatste 150 meter twee man. Wouter de Boer loopt superieur naar het goud, maar Nouws weet in een nieuw persoonlijk record van 3.49,68 beslag te leggen op het zilver. "Ik ben heel blij dat ik nu indoor al de 3.50-grens heb gebroken, nog voordat het outdoorseizoen is begonnen. Heel gaaf dat ik daar ook nog eens de zilveren medaille mee pak," aldus Nouws. Nieuwe kans voor Hofstede en Holterman Tijdens de finale 1500 meter voor dames was er een nieuwe kans voor Helen Hofstede en Jill Holterman. Hofstede eindigde gisteren als vierde op de 3000 meter, terwijl Holterman vijfde werd. Beide atletes toonden zich ontevreden over dat resultaat. "Aan het ontbijt hebben we een plan gemaakt voor de finale 1500 meter. Het kwam erop neer dat het vandaag anders en vooral beter moest dan gisteren," vertelt coach Hartensveld. Het bleek zijn uitwerking te hebben. Met name Hofstede nam tijdens de race initiatief. Na een rustig begin sluit ze af met een indrukwekkende laatste 1000 meter in 2.52. Alleen outdoorkampioene Marije te Raa was Hofstede te snel af. De TDR-atlete behaalde zodoende het zilver (4.25.35). "Dit had ik even nodig, het is goed dat we vanochtend bij elkaar hebben gezeten. Dit is inderdaad wat ik nu waard ben, het voelde beter. Er zat een stuk meer overtuiging in vandaag. Dat ik uitkom op 4.25 na zo'n langzaam begin geeft een hoop vertrouwen," reageerde Hofstede. Ook Holterman eindigt sterk en bereikt de finish in 4.27.57 als vierde. "Veel beter dan gisteren, dit geeft een heerlijk gevoel," aldus een tevreden Holterman. Verwer mist goud nipt Niels Verwer miste in de finale van de 3000 meter op 11 honderdsten van een seconde het goud, dat naar Tijs Groen ging. Groen draaide een sterke winter met winst in het Nationaal Crosscircuit op de korte cross. Verwer richtte zich daarentegen op de langere crossen en deed veel basiswerk. Het werd een duidelijke strijd tussen Groen en Verwer. Na een rustige start sloten de twee kemphanen af met een slotkilometer van 2.36, waarvan een laatste 400 meter in 57 seconden. In de spannende strijd liep het tweetal ver weg van de rest van het veld. "Ik kwam er net niet langs, echt een hele mooie strijd," aldus Verwer. "Ik knokte voor elke centimeter maar Tijs was vandaag net iets sterker. Erg mooi, ik heb genoten." Edwin de vries kwam tot een vijfde plek op gepaste afstand van de nummers één en twee. De Vries maakt de laatste tijd veel progressie, maar kon vandaag nog niet mee met de versnelling van de "grote" mannen. "Achteraf had ik meer lef moeten tonen tijdens de race. Er had meer ingezeten vandaag," reageerde De Vries. Doel van aantal medailles gehaald "Ik heb dit weekend genoten van alle mooie medailles, maar vooral van een aantal erg spannende wedstrijden," keek coach Will Conijn terug. "We hebben vandaag ons doel van vijf medailles weten te behalen. Zes medailles is een erg goed resultaat, het is alleen helaas niet beloond met een gouden randje." Kristof van Malderen Naast het Nederlands Kampioenschap Indoor vond dit weekend ook het Belgisch kampioenschap Indoor plaats. 1500meter-specialist Kristof van Malderen probeerde zijn titel te verdedigen, maar moest zijn meerdere erkennen in Jerome Kahia. Kahia wist vorige week al tot 1.49 te komen op een 800 indoor en was dus een geduchte tegenstander. Van Malderen: "Ik wist dat ik vandaag moest roeien met de riemen die ik heb. Ik heb er een kleine twee weken uitgelegen, maar ik wilde vandaag erg graag starten om mijn titel te verdedigen en wedstrijdritme op te doen." De Belg wil het gezien zijn niveau niet op het laatste stuk aan laten komen. Daarom komt Van Malderen al vroeg op kop en versnelt hij vanaf 1000 meter elke ronde. Het lukt de winnaar van vorig jaar echter niet om Kahia te lossen. "Ik heb een hekel aan verliezen, maar dit was vandaag het maximale. Ik ben hier blij mee," aldus Van Malderen.
Lees verder