Nieuws
Geslaagde trip voor TDR-afvaardiging naar Boedapest
Een groep van negen TDR-ers heeft afgelopen weekend, op uitnodiging van hoofdsponsor PricewaterhouseCoopers (PwC), een driedaagse trip naar Boedapest gemaakt. PwC was enkele maanden geleden een Start to Run project gestart voor hun medewerkers en relaties. Bij dit traject werden de lopers professioneel begeleid door trainers, onder wie Guido Hartensveld, Marcel Swart en Rens Dekkers van TDR. Het eindstation hiervan was de Boedapest Halfmarathon. Het verblijf in Boedepest duurde van vrijdagochtend tot zondagavond. Het volle programma was goed en strak geregeld, zoals bij PwC past.Voor de TDR-ers was het een leuke en leerzame trip. “Op deze manier leren we het bedrijf PwC en de werknemers beter kennen. De sfeer was goed en het enthousiasme van de hardlopers was erg indrukwekkend.” aldus één van de deelnemende TDR-atleten.De halve marathon op zondagochtend was voor Hugo van den Broek een goede tempoduurloop. Hij volbracht de 21 km in 1:16 uur. Bij de dames gold voor Barbara Zutt hetzelfde. Zij liep onder de warme omstandigheden naar een mooie 1:21 uur. De dag voorafgaand aan de halve marathon was er de ludieke ‘breakfast-run’. Hier zorgden de TDR atleten Leon Ineke, Rens Dekkers en Hugo van den Broek voor een compleet TDR-podium.
Lees verderButter, Tesselaar en Zutt aan de start van de Singelloop
Topatleten in 20e SingelloopDinsdag 27 september 2005 - BREDA – Woordvoerder Frans Jacobs kan het in een enkele zin samenvatten. „De twintigste editie van de Bredase Singelloop wordt zowel kwantitatief als kwalitatief een topwedstrijd.“ Met nog minder dan een week te gaan is het deelnamerecord al met ruim 1500 mensen gebroken.Met vijf Kenianen, vier Marokkanen en diverse snelle Europese en Nederlandse deelnemers is een mooie deelnemerslijst tot stand gekomen. Bovenaan de lijst prijkt de naam van Sammy Kipruto uit Kenia. Kipruto won al twee eerdere edities van de Bredase Singelloop. Vlak na hem op de lijst prijkt zijn landgenoot Vincent Krop. Krop eindigde deze zomer weliswaar vlak achter Kipruto op een 10 kilometer, maar is met 1.00,23 uur wel de snelste loper op de lijst waar het de halve marathon betreft. Ook Salim Kipsang, James Rotich en Francis Kibiwott kunnen komende zondag de twintigste Singelloop op hun naam schrijven. Kibiwott was onlangs veruit de sterkste deelnemer aan de Van Dam tot Damloop, waarin hij op het laatste moment voorbijgestoken werd door William Kipsang. Salim Kipsang won in april van dit jaar de sterk bezette marathon van Parijs.Daarnaast doet Jamal Baligha mee. De in Nederland woonachtige Marokkaan verbeterde dit jaar al vier persoonlijke records, waaronder dat op de halve marathon. Zijn landgenoot Saji Bouazza was in 2004 de sterkste loper in de Haagse Beemdenloop en werd eerder dit jaar nog tweede in de internationale Sprintcross. Uit België komt Stefan van den Broek. Hij werd dit jaar Belgisch kampioen over 5000 meter in 13.47 minuten, maar werd ook al derde Europeaan tijdens de wereldrecordrace in de Halve van Rotterdam. Van de Nederlandse inbreng wordt het meeste verwacht van de lopers van Team Distance Runners, Michel Butter en Jody Tesselaar. Om deze jongens heen wordt een groep gebouwd die rond de 1 uur 4 minuten wordt terug verwacht. In deze groep kunnen wellicht ook de Nederlanders Dick van de Broek, Stan Rijken, Jeroen van Erp en Fransua Woldemariam aansluiten. Samen met de in Nederland wonende Marokkanen Nabil Karimi en Said Kanfaoui is dan de middenmoot gevormd.Bij de vrouwen zijn twee Afrikaanse loopsters, Carolyne Kiptoo en Pauline Wangui uit Kenia, zondag in staat om de ruim 21 kilometer lange wedstrijd in 1 uur en 11 minuten af te leggen. Zij zijn de grootste kanshebbers op de eindzege. De jeugdige, maar zeer snelle Dira Tune uit Ethiopië is hun grootste concurrent. Tune debuteerde dit jaar in Los Angeles met 2 uur en 30 minuten op de hele marathon. Naast Kristyna Loonen, de snelste Nederlandse, zijn ook Nadja Wijenberg, Barbara Zutt, Anne van Schuppen, Merel de Knegt en de debuterende bergloopster Inge van Bergen van de parij.bron: BN De Stem - 27 september 2005
Lees verderGuido Hartensveld doet het op zijn manier
Bron: Noord-Hollands Dagblad, 30 april 2005Tekst: Eric KorverTitel: Guido Hartensveld doet het op zijn manierBakkum – Hij was er al jong achter, Guido Hartensveld. Hardlopen was zijn passie, maar niet zijn talent. Dat lag, ontdekte hij, meer op het gebied van coachen en trainen. Hij verdiepte zich, gooide de kont tegen het conservatisme in de atletiek en deed het op zijn manier. Nu is Hartensveld de inspirator van een van de meest succesvolle groep atleten van ons land: het Team Distance Runners.Hij lacht schuchter als de geschiedenis in een notendop wordt samengevat. Maar dat is bedrieglijk. Want Guido Hartensveld (34) is allesbehalve schuchter. Dan had hij nooit zijn ambities kunnen verwezenlijken op de manier zoals hij dat nu heeft gedaan. De Castricummer is overtuigd van zijn eigen kwaliteiten en daarbij ook nog eens doortastend genoeg om daar maximaal gebruik van te maken.Anders is het niet te verklaren dat hij op zijn leeftijd al de stichter en leider, zowel sportief als organisatorisch, is van een inmiddels erkend team topatleten als de Distance Runners. Die mogen daarom ook best zijn Distance Runners worden genoemd. Hartensveld investeerde, kneedde en boetseerde er bijna vijftien jaar aan. En begint nu de vruchten te plukken. De verrichtingen van Hugo van den Broek en Selma Borst hebben het spotlicht op TDR – zoals het team in de volksmond heet – gezet. En dan komt er nog een hele rits talenten aan. Het is tekenend voor de duur van dat traject dat de eerste atlete waarmee Hartensveld werkte, inmiddels is toegetreden tot de begeleiding, als fysiotherapeute. “Majelle Laman”, zegt hij. “Was in 1991 ongeveer. Zij pakte de eerste medaille voor het team, dat vergeet ik niet meer. Nu hebben we er meer dan honderd.”Talenten“Het team” heette in die tijd nog de AVC Distance Runners, met de toevoeging van AV Castricum, waar de kleine formatie aan gekoppeld was. Hartensveld werkte er als jeugdtrainer, en bouwde gestaag aan een jonge groep atleten. Hij strikte talenten als de jonge Hugo van den Broek en Peter Res. “Van den Broek was een van de mensen van het eerste uur. Hij was toen al succesvol in de junioren-kampioenschappen. Liep de drie kilometer net onder de negen minuten.”De successen trokken niet alleen aandacht, maar ook atleten. In de tweede helft van de jaren negentig raakte Hartensveld in trek. Veel jonge talenten uit de regio wilden bij hem trainen, maar een lastig obstakel was het verplichte lidmaatschap van AV Castricum. Atletes als Silvia Kruijer en Suzanne Wiertsema hadden immers al een lidmaatschap bij vooraanstaande clubs als DEM en Trias.Op dat moment voelde Hartensveld dat de verenging een rem was op zijn groep, dat de Distance Runners de club waren ontstegen. Het moest anders. “Want de groep groeide ook uit z’n voegen, en alles leunde op mij. Dat kon ik gewoon niet volhouden. Ik had assistentie nodig. Een fysiotherapeut, een krachttrainer. Ik wilde er sponsors voor aantrekken, maar dat mocht niet.”Hij trok zijn eigen plan, zette zijn eigen lijn door. “Als ik het niet deed, deed niemand het. Dat had ik al snel door. En in topsport moet je gewoon rechtdoor, ruimte voor zijwegen is er niet.”Hartensveld zag de oplossing in het stichten van het onafhankelijke TDR, en dat kreeg gestalte op opmerkelijke wijze. “Alle betrokken atleten lapten 250 euro. Alleen op die manier konden we een tweede trainer aanstellen.” Dat stuitte nauwelijks op bezwaren. “Omdat al die sporters wilden investeren in hun loopbaan, verder wilden groeien. En daar we samen de schouders onder zetten. Iedereen snapte dat.”StichtingOm de pot legitiem te kunnen beheren moest er een juridische basis zijn, en daarom maakte Hartensveld van zijn TDR een stichting. “Dat was bovendien ook nog eens herkenbaar en dus aantrekkelijk voor sponsors. De club zelf was ook rijp voor die stap, stond erachter als we ons losmaakten. Daarmee konden we ook de laatste drempel wegnemen, het probleem van het lidmaatschap. Ieder lid van TDR is nu ook gewoon lid van zijn eigen vereniging, en wij staan daar boven. Zie ons als een soort tennisschool, waar de besten extra begeleiding en training krijgen.”Inmiddels telt de groep van Hartensveld en zijn tegenwoordige assistenten Marcel Swart en Nico Bijman 35 tot 40 atleten op diverse niveaus. Erkenning is er alom voor de werkwijze van Hartensveld, die met zijn atleten tot opmerkelijke prestaties komt, vooral in de wegatletiek. “Onlangs hebben we van de atletiekbond KNAU het keurmerk Regionaal Talentencentrum gekregen. Op loopgebied zijn we de enige die dat hebben. Dat zegt wel wat, en dat doet ook goed.”Niet gek voor een jongen die als atleet zelf fanatiek trainde, maar nooit de top haalde. Misschien ook wel omdat hij te veel bezig was met die andere passie: het verhaal achter de training. “Ik vond het prachtig om die trainingsmethodes allemaal een beetje uit te dokteren. Ik was er altijd erg mee bezig hoe je iemand beter kon laten presteren. Bezocht elk congres dat er was, las van alles. Ik was erg leergierig, zat uren in de sportbibliotheek. Daar besteedde ik zelfs meer tijd aan dan aan mijn studie fysiotherapie.”De vergaarde kennis maakte ook dat hij zich afzette tegen het conservatisme in de atletiek. Hartensveld vond het maar niks dat een atleet zich op alles gebieden moest ontwikkelen. “Moest je zo’n klein, schriel mannetjes als Van den Broek met een discus laten gooien. Wat een onzin. Voor Van den Broek zou dat allemaal verlies zijn van tijd die hij besteden aan het worden van een betere loper, en dat was wat hij wilde. De overtuiging dat ik zelf wist hoe het wel moest, heeft ook bijgedragen aan het vormen van TDR.”Die organisatie staat nu als een huis. Het team heeft nu een eigen atletenhuis, striks grote sponsors als PricewaterhouseCoopers en Nike. Daardoor is het ook mogelijk dat Hartensveld nu deels in dienst is van TDR, al maakt hij ook nog vijftien uur per week in zijn fysiotherapiepraktijk. “De fundering is stevig”, stelt hij vergenoegd vast. “Nu is het zaak de boel te stabiliseren. Groter hoeft niet, dat heeft geen zin.” Beter wel. “Dat is altijd het uitgangspunt geweest. Steeds op zoek zijn naar het ideaalplaatje. Niet in hokjes denken, maar groot.” Een gedachte die de komende jaren best wel eens navolging zou kunnen krijgen.
Lees verder?Ik wil sowieso de beste worden?
Bron: Atletiek Magazine, mei 2005, nr.2 Tekst: Cors van den Brink Titel: ‘Ik wil sowieso de beste worden’ Ze mag dan geen Afrikaanse wortels hebben, iets van het harde leven op de hoogvlakte is te herkennen in de jeugdervaringen van de jonge Selma Borst. Het meisje uit de Noord-Hollandse polder fietste jarenlang dagelijks 28 kilometer naar school. Ze hielp vanzelfsprekend in het agrarische bedrijf van haar ouders. “Ik ben dankzij die opvoeding gewend aan discipline en hard weken en beschikte altijd al over een goede basisconditie.” Ze wil presteren op de 10.000 meter tijdens de EK onder 23, straks in juli.Wat gebeurt er toch allemaal met Selma Borst? In het eerste kwartaal van 2005 won ze drie medailles bij Nederlandse kampioenschappen en verbeterde ze haar p.r. op de halve marathon naar een prachtige 1.11.23. Bovendien kwalificeerde ze zich al voor de EK-onder-23. Is het dan moeilijk om bescheiden te blijven? Voor Selma niet. ‘Ik moet echt nog leren om potjes te winnen’, vindt ze.Selma Borst vertelt over haar prestaties in de afgelopen maanden en zegt dat ze nog moet leren om potjes te winnen. Het duurt even tot de betekenis van die woorden tot de verslaggever doordringt. Maar dan beseft hij dat hij in gesprek is met een voormalig handbalster. Tien jaar beoefende ze een sport waarin ze iedere week haar wedstrijden moest zien te winnen. De nu 21-jarige atlete hield er een flinke en gezonde dosis fanatisme aan over. En dus het taalgebruik van die teamsport. Potjes winnen, dus.Best op the rest. Bij de Halve van Egmond was ze dan wel beste Nederlandse, maar dat wel als vijfde in de wedstrijd. Een paar weken later bleef ze bij het NK 10 km in Schoorl vlak in de buurt van Lornah Kiplagat, maar ze verloor de tweestrijd. Ze liep een prachtig p.r. in de CPC, maar had vier andere atletes voor zich. En bij de NK 10.000 meter op de baan kwalificeerde ze zich - geheel volgens planning - voor de Europese kampioenschappen voor atleten onder de 23 - komende zomer in Erfurt. Maar ze ging het schip in tegen de meer ervaren Kristijna Loonen. Ze nam het initiatief bij de NK veldlopen, maar stond uiteindelijk niet op het podium.Kom bij Selma niet aan met de opmerking dat ze nog zo jong is en bovendien geen Afrikaanse “roots” heeft. Ze toont zich een goede leerling van Lornah Kiplagat. Die merkte in Schoorl vol bewondering op dat ze in Borst eindelijk een Nederlandse tegenstandster aantrof die de moed heeft om onbegrensd te denken. ‘Dat klopt’, zegt Selma. ‘Ik train niet voor een plaatsje op het podium van Nederlandse kampioenschappen. En ik wil niet denken: als Lornah er niet is, ben ik de beste Nederlandse. Ik wil sowieso de beste worden. Mij gaat het erom goed te presteren op internationale toernooien. Voorlopig op de 10.000 meter op de baan, in de toekomst op de marathon.’ Kermislopen. ‘Ik ben geboren en opgegroeid in Wieringerwaard, samen met mijn drie broers. Mijn vader was een redelijk goed voetballer, net als twee broers. Mijn tweelingbroer heeft een tijd aan wielrennen gedaan. Studio Sport stond altijd aan bij ons thuis’, zegt ze.‘Mijn ouders hebben een agrarisch bedrijf. Tegenwoordig vooral met tulpen en sierheesters, vroeger ook met akkerbouw. Ik speelde tien jaar handbal bij Olympia, een kleine vereniging bij ons in de buurt. Ik heb ook twee jaar geschaatst. Hardlopen was dan een onderdeel van de zomertraining en dat vond ik altijd het leukst. Ik deed ook wel mee aan de kermislopen bij ons in de regio en merkte dat ik redelijk goed mee kon. Op mijn 13e ben ik overgestapt naar de atletiek.’ ‘Ik werd lid van de a.v. Dokev, die een grasbaan had in Anna Paulowna. Marcel Swart was er mijn trainer. Op die leeftijd doe je nog alle onderdelen, maar ik wilde eigenlijk alleen hardlopen en deed de rest er voor de leut bij. Een jaar later ben ik met Swart meegegaan naar Hera in Heerhugowaard en ging ik wat vaker trainen: zo’n drie of vier keer per week. Op mijn zestiende liep ik de 800 meter in 2.26 en de 1500 meter in 5.06.’ Afrikaanse wortels. Ruim vier jaar geleden besloot Borst te gaan trainen bij Team Distance Runners (TDR). In deze trainingsgroep van Guido Hartensveld komen talentvolle lopers van verschillende Noord-Hollandse verenigingen bij elkaar om intensief en met professionele begeleiding te werken aan hun atletiekcarrière. Swart is inmiddels een van de trainers van TDR. ‘Je denkt dat je goed bezig bent als je bij je vereniging redelijk succesvol bent. Maar toen ik bij TDR kwam, ontmoette ik atleten die al veel verder waren, zoals Hugo van den Broek en Suzanne Wiertsema. Dan zie je wat er nodig is om er echt uit te halen wat erin zit en hoeveel tijd dat kost. Een keer per dag trainen is niet genoeg. En naast het lopen zelf zijn loopscholing, buikspieroefeningen, krachttraining en regelmatig een massage heel belangrijk. Ik ben gelukkig niet blessuregevoelig, maar je moet wel zorgen dat dat zo blijft, bijvoorbeeld door voldoende rust te nemen en voor goede voeding te kiezen. Dat zijn allemaal dingen die je bij een gewone vereniging niet zo snel zult leren.’ Ze mag dan geen Afrikaanse wortels hebben, iets van het harde leven op de hoogvlakte is te herkennen in de jeugdervaringen van het meisje uit de Noord-Hollandse polder. ‘Toen ik op mijn 17e lid werd van TDR woonde ik nog thuis en fietste ik al jarenlang dagelijks 28 kilometer naar de middelbare school in Wieringerwerf. Helpen in het bedrijf van mijn ouders was bij ons vanzelfsprekend. En ’s zomers zat je natuurlijk bollen te pellen. Ik ben dankzij die opvoeding gewend aan discipline en hard werken en beschikte altijd al over een goede basisconditie. Gelukkig leer ik vrij makkelijk, zodat ik genoeg tijd heb voor de sport.’ Niet te snel succes. Ze maakt de vergelijking met Kamiel Maase, die ook pas op zijn 17e serieus begon met hardlopen. En net als veel oude Nederlandse marathontoppers was ze als b-juniore met haar tijden op de 800 en 1500 meter geen hoogvlieger. ‘Bij de Nederlandse juniorenkampioenschappen vloog ik er in de series altijd al uit. Maar dat is niet erg. Je moet niet te snel succes willen hebben. Ik wil ieder jaar een stukje professioneler gaan werken.’ ‘Na mijn VWO besloot ik om in de buurt te blijven wonen, zodat ik voldoende tijd heb om bij TDR te trainen. Ik ben nogal praktisch ingesteld en wilde liever een HBO-opleiding doen dan naar de universiteit gaan. Ik koos voor voeding en diëtetiek en zit nu in het vierde jaar. Nee, ik hou me niet met voeding voor sporters bezig. Dan kom je in dienst bij Ajax en luistert Van der Vaart toch niet naar wat je zegt. De commerciële kant, zoals voedselveiligheid, trekt me meer. Ik loop nu stage bij een bedrijf in Warmenhuizen, dat panklare groente produceert. Ik mag de stagetijd verdubbelen, zodat ik gemiddeld maar 20 uur per week werk. Daardoor kan ik bijvoorbeeld tijd sparen om drie weken in Portugal te gaan trainen. En door het intensief sporten leer je toch wel om effectief met je tijd om te gaan.’ Ze is inmiddels verhuisd naar Castricum, in de regio waar de TDR-atleten de meeste trainingen afwerken: op de baan van de gelijknamige atletiekvereniging, het duingebied van Egmond en Schoorl en in een plaatselijk sportcentrum. Haar zolderkamer verraadt het leven van een atlete: er ligt touw voor het touwtje springen, een kantelplank om voetoefeningen te doen, een grote bal om de stabiliteit te trainen. ‘Doordat we bij TDR twee-derde van de sponsoring in de organisatie stoppen, kunnen we veel begeleiding krijgen van de trainers, van een fysiotherapeute, een mentale begeleider en dergelijke’, vertelt ze. ‘Ik denk dat ik alle faciliteiten heb die op dit moment voor mijn ontwikkeling nodig zijn.’ ‘We trainen gemiddeld vier keer met de groep. Dan heb ik altijd wel mensen om me heen voor de tempo-trainingen. Voor de duurlopen maak ik wel eens afspraken met een van de andere TDR-atleten, maar de ochtendloopjes doe ik altijd alleen. Voor de kwaliteit van de baantrainingen vind ik het belangrijker om in een groep te lopen en de trainers erbij te hebben. We doen veel techniekoefeningen en het houdt me ook scherper.’ ‘Ik heb op het NK 10.000 meter in Drunen de limiet voor de EK-onder-23 gelopen. Dat toernooi heb ik al twee jaar als doel voor 2005 in mijn hoofd. Voor de internationale juniorenkampioenschappen was ik nog niet goed genoeg en aan een EK voor senioren ben ik op dit moment ook nog niet toe. Daarom is het goed dat dit EK voor neo-senioren er is.’ Ik moet nog veel leren. ‘Ik heb in Egmond en bij de CPC dit jaar mooie halve marathons gelopen, maar de komende vier jaar zal de 10.000 meter op de baan mijn belangrijkste onderdeel blijven. Ik moet echt nog veel leren. Het crossen ging bijvoorbeeld afgelopen winter niet zoals ik wilde. Ik weet dat het niet mijn sterkste kant is, maar het is wel goed voor mijn ontwikkeling, het is een leerproces. Daar leer je om potjes te winnen. Het gaat niet alleen om blind voor die overwinning te gaan, ik moet tactisch sterker worden als ik straks belangrijke wedstrijden wil winnen. Bij het NK veldlopen sleurde ik bijvoorbeeld lange tijd aan kop, maar werd ik uiteindelijk vierde. Dat moet ik beter doen.’ ‘In de aanloop naar de EK-onder-23 loop ik wedstrijden over kortere afstanden, om mijn snelheid te trainen. Ook al zal ik op de langere duur naar de marathon gaan, ik moet me eerst op de kortere afstanden nog verbeteren. Ik kies niet voor de makkelijke weg door nu geld te gaan pakken bij allerlei wegwedstrijdjes. Natuurlijk is het leuk om te merken dat organisatoren je graag aan de start hebben en is de baanatletiek niet altijd even sfeervol. Maar als ik komende zomer bij de FBK in Hengelo of in bij de Nacht van de Atletiek in Heusden aan de start kan staan, vind ik dat ook prachtig.’ ‘Ik vind die afwisseling van baan en weg heerlijk. Ik heb mezelf deze winter bewezen dat ik goed kan presteren op de weg, maar in de afgelopen weken keek ik echt al uit naar een mooi zomerseizoen op de baan. Daar kun je toch ook prestige verdienen met goede prestaties, net als in een grote stadsmarathon.’‘Ik heb een ontzettend mooi leven. Ik zou niet weten wat ik mis, eerlijk gezegd. Door de trainingsstages was ik Portugal, in Kenia, in Mexico. Maar ik vind het overal prachtig als het zonnetje schijnt en er een bos is waar ik lekkere harde duurlopen kan doen. Dat vind ik ook in Schoorl.’ ‘Natuurlijk heb ik door het intensief trainen minder tijd voor sociale contacten dan leeftijdgenoten. Daardoor heb ik een kleinere groep mensen om me heen, maar dat zijn dan wel de vriendschappen waar ik echt in wil investeren. Je moet alles inplannen, maar daar hou ik ook wel van.’ ‘En het scheelt misschien dat ik pas op mijn 17e zo intensief ben gaan sporten. Niet dat ik zo’n kroegloper was, maar ik heb ook jaren gekend dat het allemaal wat makkelijker ging. Nu wil ik alleen nog maar vooruit, vooruit, vooruit. Echt: het kan me niet gek genoeg gaan.’ ‘Of er veel is gebeurd met me in de afgelopen maanden? Het gaat allemaal wel snel, maar ik ben meestal nogal nuchter. En anders zetten mijn ouders of mijn trainers me wel weer met beide pootjes op de grond. Maar de dag na de CPC dacht ik wel: wow … tering … misschien kan ik écht heel goed worden.’ ‘Paula Radcliffe is natuurlijk mijn voorbeeld, maar dat zegt iedereen. Ik neem ook een voorbeeld aan Christien Toonstra. Die ging, samen met Ellen van Langen en hun trainer Frans Thuys, haar eigen weg en stond in Barcelona mooi in de Olympische finale.’ Atletenprofiel Naam: Selma Borst Geb: 06-09-1983 Lengte: 1,71 m Gewicht: 53 k Vereniging: Hera / TDR trainingsgroep Trainer: Guido Hartensveld Sponsors: PricewaterhouseCoopers, www.atletiekwereld.nl, Nike, Le Champion, VitargoBeste prestaties: * 3e NK junioren 1500m, 2002 * 25e EK cross junioren, 2002 2004: * Egmond Halve Marathon, 5e in 1:19.38u * 3e NK 5000m, Utrecht * Heusden, Nacht van de Atletiek, Grand Prix II, 5000m in 15’49"90 *Tilburg Ladie Run 10 km, 8e, 34.50 (2e Nederlandse) * Dam tot Damloop, 10 EM, 6e, 56’19" 2005 * Egmond Halve Marathon, 5-de in 1:15:17 * NK 10km: 2-de in 33:27 * NK Veldloop: 4-de * City-Pier-City loop: 5-de en 1-ste in NK in 1:11:23 * NK 10.000m, 2-de in 34:35.18 Persoonlijke records 800m 2:16.93 1000m 3:03.65 1500m 4:26.14 3000m 9:28.11 5000m 15:49.90 10000m 34:35.18 10km 33:26 10EM 56:19 Halve Marathon 1:11:23
Lees verderTDR klaar voor cross-seizoen
Geslaagde stage in GroetDe traditionele Groet-stage is ook dit jaar weer succesvol verlopen voor TDR. De atleten zijn klaar voor het cross-seizoen met dit jaar het EK in eigen land. Op 6 november zal een wedstrijd in Wachtebeke (België) worden verlopen als test. Dit is een wedstrijd uit het Belgische cross-circuit. Op 13 november zal de Warandecross worden verlopen en op 26 november een wedstrijd in Roeselare, België. Deze twee wedstrijden gelden als kwalificatie voor de EK Cross in Tilburg op 11 december. Er zijn een aantal TDR-atleten die zich gaan proberen te kwalificeren voor de EK cross. Zo maakt Manon Kruiver (foto), Nederlands kampioen cross van 2004 bij de B meisjes, een kans om zich te kwalificeren bij de meisjes junioren A. Tom Wiggers gaat voor een plek in de jongens junioren A ploeg. Wiggers: “Ik heb speciaal voor de EK vroeg rust gehouden in de zomer. De training gaat goed en ik heb vertrouwen in de komende wedstrijden.” Selma Borst zal proberen zich te kwalificeren voor de damesploeg. “Het is altijd lekker om me door middel van een trainingskamp helemaal te kunnen focussen op de doelen die ik gesteld heb”. Een aantal jeugdatleten heeft een bijdrage ontvangen voor de stage vanuit het project “support the talent” van de Groet uit Schoorl Run. Onder andere Margriet Berkhout heeft zo een deel van de stage vergoed gekregen.Foto: Karel Delvoye
Lees verderJaarlijkse teampresentatie op 11 november a.s.
Vrijdag 11 november a.s. wordt de jaarlijkse teampresentatie van Team Distance Runners (TDR) gehouden. Deze avond is bedoeld voor de TDR-atleten, ouders, sponsors, supporters, verenigingsbesturen, clubtrainers en andere belangstellenden. Net als voorgaande jaren zal er tijdens de avond veel aandacht zijn voor de atleten en hun prestaties en zal worden terugkeken op afgelopen seizoen. De jaarlijkse teampresentatie van TDR vindt plaats in de prachtige Theaterzaal van Sporthal “De Blinkerd” in Schoorl en vangt aan om 19u45.
Lees verderMarcel Swart vertrekt bij TDR
Marcel Swart is per 1 november jl. gestopt als trainer bij Team Distance Runners (TDR). De belangrijkste reden van zijn vertrek is dat hij samen met z’n vrouw binnenkort een kindje verwacht. De 38-jarige Swart was sinds 2000 als trainer aan TDR verbonden en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van TDR.Marcel Swart legt z'n besluit uit. "Ik word binnenkort vader en ik wil al mijn tijd en energie in die nieuwe fase van mijn leven steken. Daar past een activiteit als trainer bij TDR zeker niet bij. De atleten van TDR verdienen een betrokkenheid en inzet die ik de komende jaren niet kan garanderen." Swart heeft veel mooie momenten meegemaakt in die vijf jaar, maar aan twee momenten denkt hij met een speciaal gevoel terug. "De Nacht van de atletiek in België in 2004 was heel speciaal. Daar liep iedereen op de 5 km. een mooie wedstrijd met veel strijd, spanning en hele goede tijden (7 atleten onder 15’00). Na afloop hebben Guido en ik elkaar een hand gegeven en gefeliciteerd met het bereikte niveau van zo'n brede groep." Het andere moment waar Swart aan terugdenkt is de zilveren medaille van Barbara Zutt op het WK duathlon in 2004. "Barbara was daar echt heel goed en het bleef spannend tot op het eind. Die tweede plaats was geweldig maar als je zo dicht bij de overwinning bent wil je eigenlijk gewoon winnen.” Swart sluit niet uit dat hij ooit weer terugkeert als trainer in de atletiek. "Ik stop nu omdat ik mijn tijd ergens anders aan wil besteden. Maar de kans is zeker aanwezig dat het over een aantal jaren weer gaat kriebelen en dat ik een doorstart ga maken." Swart zal ook op de achtergrond (o.a. testen en analyses) betrokken blijven bij TDR.Guido Hartensveld – hoofdtrainer van TDR – heeft Marcel Swart de afgelopen vijf jaar leren kennen als een bijzonder fijne collega. "Integriteit, collegialiteit, enthousiasme en specifieke vakkennis zijn de steekwoorden die nu als eerste bij me opkomen. Vooral door het intensieve contact in de eerste jaren van onze samenwerking hebben we een sterke band met elkaar opgebouwd. Een band van wederzijds vertrouwen en respect." Hartensveld is van mening dat door goede samenwerking beiden enorm zijn gegroeid als coach. "We waren altijd open, eerlijk en kritisch naar elkaar. Dat is toch de basis van een prettige en succesvolle samenwerking. Ik ben daarom ook blij dat hij op de achtergrond berokken blijft en dat we af en toe nog lekker kunnen klankborden. TDR heeft veel aan hem te danken."Marcel Swart zal tijdens de jaarlijkse teampresentatie van TDR op vrijdag 11 november a.s. in Schoorl officieel afscheid nemen van TDR.
Lees verderV.d. Broek aan de start van Montferland Run
Op zondag 4 december zal Hugo van den Broek tijdens de Montferland Run over 15 kilometer zijn rentree maken na een blessureperiode. De Castricummer is inmiddels volop in training en het hazen tijdens de Amsterdam Marathon verliep ook voorspoedig. Daags na de wedstrijd zal hij met TDR afreizen naar een trainingsstage in Secunda, Zuid-Afrika.
Lees verderGuido Hartensveld: ?Ik laat me gewoon niet beperken?
bron: Het Parool, 15 september 2005tekst: Robert-Jan Frieletitel: ‘Ik laat me gewoon niet beperken’In 1991 begon atletiektrainer Guido Hartensveld (35) in Castricum ‘ illegaal’ met enkele atleten te trainen. Nu staat hij aan het hoofd van Team Distance Runners, een professioneel geleide ploeg van zo’n veertig atleten, van wie zondag een tiental meedoet aan de Dam tot Damloop. ‘ Talenten opleiden is meer dan trainen. Atletiek is een vak.’Het is een sekte, zeggen sommigen. Maar wat weten zij er nou helemaal van? Ze zien slechts jongens met mooie pakjes, een gesloten groep atleten waar niemand tussen komt, met een gedrevenheid die velen vreemd is. Trainen is trainen: dan wordt er gelopen, niet geouwehoerd. Het wekt argwaan, misschien ook wel jaloezie.Maar het is toch niet meer dan normaal dat ze zo’n sterke onderlinge band hebben? Zij zien samen af zoals weinigen dat doen, zij gaan samen op trainingskamp, zij leven allemaal een leven dat in dienst staat van het lopen. Dat weinig mensen dat kunnen opbrengen, is hun probleem. Maar laat de atleten van Team Distance Runners gewoon lekker lopen.Tijdens de Dam tot Damloop zullen ze er ook weer zijn. Een tiental lopers legt de 16,1 kilometer tussen Amsterdam en Zaandam af. De kans is groot dat de atleten die niet lopen, hun teamgenoten opwachten bij de finish. Zo gaat dat bij TDR. Zo wil hoofdtrainer Guido Hartensveld het ook zien. Niet voor niets legde hij tien jaar geleden het aanbod van de AV Castricum naast zich neer. De atletiekvereniging had hem gevraagd of hij de A-selectie wilde trainen. Voor iedere jonge trainer zou het een een mooie opstap zijn geweest. Maar Hartensveld weigerde. Hij wilde niet in het geijkte patroon van atletiek in Nederland terechtkomen.“Dat is drie keer per week trainen op de club, verder niets. Ik wilde meer. In die tijd trok ik al veel samen op met mijn atleten. Bellen en zo. Heb je dit gezien? Heb je dat gezien? Zo stel ik me dat voor. In een band spelen is ook meer dan drie keer per week repeteren. ” Bij atleten die net zo gedreven zijn, wekt TDR bewondering. Misschien vinden ze de groep wat klef, maar het zijn tenminste mensen die ergens voor gaan. Recreanten schudden vaak hun hoofd bij het zien van de strakke kleding, bij het horen van de verhalen over trainingskampen in Kenia, hoogtestages in Mexico, inspanningsfysiologen, bewegingswetenschappers en zoveel trainingen. Voor sommigen is Hartensveld zelfs een ronselaar die talenten weg plukt bij verenigingen. Terwijl het acht van de tien keer de talenten zelf zijn die hem bellen, omdat ze hogerop willen. Die andere twee keer is het Hartensveld die een atleet polst. En nooit zonder eerst contact op te nemen met zijn trainer. “Het zijn in elk geval nooit de coaches die bellen en zeggen: ‘ Ik heb nu een talent, kan jij daar iets mee?’ Clubs houden atleten graag binnen hun structuur. Ze hebben liever dat iemand in de eigen vereniging vier minuten doet over 1500 meter dan verderop 3.45. ”Hartensveld begon in 1991 in Castricum buiten de reguliere trainingen om te werken met enkele junioren. Inmiddels staat hij aan het hoofd van een groep van zo’n veertig atleten, van wie Hugo van den Broek, Michel Butter en Selma Borst de bekendsten zijn.Er is een teammanager, er zijn fysiotherapeuten, sportartsen, bewegings-wetenschappers en op de shirts staat de naam van een grote sponsor. Een wereld van verschil met de situatie van destijds. “Liep ik als 23-jarige coach met een zestienjarige atleet naar de start. Dan vroegen mensen mij vaak: waarom loop jij niet? Dan zei ik: ik ben coach. ” Zelfs nu nog klinkt in die laatste woorden meer door dan alleen het antwoord op een vraag. Het is een statement. Hartensveld was een matige middenafstandsloper en tenniste. “Ik was clubkampioen van Uitgeest. Erg mooi, maar ik had snel door dat mijn talent niet in het zelf presteren lag. Ik wil anderen beter laten presteren. ” Zijn vader is leraar, dat zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat hij begin twintig al begon met coachen. En hij was al vroeg een wijsneus die veel in de boeken zat en dingen graag mocht uitpluizen. Maar of dat echt de uitleg is? Onlangs kreeg Hartensveld – die noodgedwongen nog vijftien uur per week werkt als fysiotherapeut – een korfballer op de massagetafel. “Maar die jongen praat nooit over korfbal, alleen maar over zijn gitaar. Dus ik vraag hem wat zijn doelen zijn. Hij zegt: drie keer een vol Wembley-stadion. ” Hartensveld heeft zichzelf vaak de vraag gesteld: waar komt zoiets vandaan? Waarom moet hij zo nodig atleten beter maken, waarom wil een korfballer beter gitaar leren spelen dan The Edge van U2? Het is moeilijk te zeggen. Eén ding weet hij wel: “Het is passie.”Het woord keert terug op de website van TDR. Passion, Perfection, Performance, staat er. “Talenten opleiden is meer dan samen trainen. Atleet zijn is een vak, dat moet je onder de knie krijgen. Het is belangrijk om een groep te vormen, jonge atleten aan je te binden, zodat ze van elkaar kunnen leren. ” Al toen hij begon met coachen, vond Hartensveld dat het anders moest. Een jongetje dat in Nederland op een atletiekvereniging komt, moet alle onderdelen beoefenen. “Dus ook Hugo van den Broek kreeg een discus in zijn handen. Zo’n schriel mannetje. Ik dacht: nee, zo doen ze dat in Kenia ook niet. ” En ja, Hartensveld kijkt naar Kenia, naar Marokko en naar Groot-Brittannië. Waarom? Omdat daar harder wordt gelopen dan in Nederland. Harder getraind ook. “Er wordt ook wel eens gezegd dat wij te hard trainen. Maar een achttienjarige Keniaan loopt een wereldrecord op de halve marathon. Op de wereldjuniorenranglijst halve marathon staan tientallen Japanners met tijden van 1.02 tot 1.04. Dat is hier het niveau van Hugo, die 28 is. Ik bedoel: hoezo te hard trainen? ” Hartensveld vindt het niet meer dan normaal dat zijn talenten in de zomer doortrainen. Ook als ze op vakantie zijn of zes weken werken in een fabriek. Net zoals hij het normaal vindt dat TDR in voorbereiding op de Europese kampioenschappen cross in Tilburg december een trainingsstage doet in Groet. “Dat is niet eens vernieuwend. Maar ik laat me niet beperken.” Tien jaar geleden reed hij met zijn talenten enkele dagen voor het NK-junioren al met een caravan naar de plaats van de wedstrijd. Het hoorde volgens Hartensveld bij een normale wedstrijdvoorbereiding. Maar dat soort dingen vallen vaak slecht in de conservatieve atletiek. Wie vooruit loopt, oogst hoon, daarvan is Hartensveld zich inmiddels wel bewust. Dan moet hij ineens denken aan de congressen waar hij wel eens komt. “Sta je te pissen met elkaar in de pauze. Pisbak één zegt: ‘Mijn oren suizen van alle nieuwe kennis.’ Dat gebeurt vrijwel nooit. Pisbak twee zegt: ‘Ach, weinig nieuwe dingen.’ Ik denk dan: kom nou, allemaal specialisten die hun verhaal doen en jij weet alles al. Pisbak drie zegt: ‘Hé, daar kan ik wat mee. Aan de slag.’ Dat ben ik dan.”
Lees verder